er geene klokken of pendules, maar zand- of waterloopers, welke in alle huizen, zoowel arm als rijk, aanwezig zijn.
De open plaatsen binnen in de woningen zijn meestal met balkons en galerijen, springfonteinen en welriekende bloemen voorzien; ook bevatten zij kleine paviljoens, welke als speelzaal dienen en in welke men des zomers beschutting voor de warmte vindt.
In eene menigte paleizen en zomerverblijven der grooten, nemen deze binnenplaatsen soms eene aanzienlijke ruimte in en zijn er kunstige fonteinen, vijvers en rotsgrotten aangebragt; om echter zulk eene huizing aan te leggen, heeft men de bijzondere toestemming des keizers noodig, die haar dikwerf weigert, om niet te veel grond, welke bebouwd kan worden, nutteloos verloren te doen gaan. Elk dezer prachtige paleizen heeft zijne tempels voor de verschillende afgoden, welke tevens een aantal in marmer gebeitelde opschriften bevatten. Het behoort tot den goeden smaak, de daken met een net van dun koperdraad te bekleeden, ten einde de vogels te verhinderen er hunne nesten te bouwen. Alle keizerlijke paleizen en verblijven zijn daarmede voorzien.
De hoogste huizen hebben slechts twee verdiepingen, de benedenverdieping daaronder begrepen, want men houdt het voor eene oneer, onder de voeten van een ander te wonen.
De Chinezen noemen alle openbare gebouwen tempels, zelfs de magazijnen, bibliotheken, schouwburgen enz. De schoonheid van den bouwtrant derzelve bestaat enkel in schilderwerk, verguldselen en dergelijk versiersel, hetwelk daaraan intusschen al het bewonderingswaardige aanzien ontneemt. Ofschoon de aan het geloof gewijde tempels hoog genoeg zijn opgetrokken, schijnen zij nogtans door de dubbele galerij, rondom aangebragt en wier zuilen de aarde raken, als het ware laag bij den grond gebouwd.