is, ligt het in den aard der zaak, dat ‘Bijdragen’ als de hier aangebodenen eigenlijk nimmer geheel voltooid zijn, omdat de statistieke wetenschap telkens, ook ten opzigte van dezelfde onderwerpen, nieuwe gegevens verzamelt en geeft. Eene oppervlakkige vermelding van den inhoud regtvaardige den hoogen lof, dien wij aan deze verzameling geven.
Voorop staat eene aardrijks- en geschiedkundige schets van den toestand der provincie Groningen, een belangrijk stuk, met hetwelk de heeren Mr. h.o. feith en Dr. g. acker stratingh aan zich hebben verpligt. Daarna volgen hetgeen de heer c.a. venema noemt: ‘Bijdragen tot de kennis van de aardrijkskundige gesteldheid der provincie,’ vooral met betrekking tot wateren en waterloozing; waaraan zich van dezelfde hand aansluiten, eenige hydrographische mededeelingen, o.a. ten aanzien der vloedhoogten op onderscheidene punten. 't Is jammer, dat daarbij ook geene waarnemingen zijn gevoegd aangaande de juiste tijdstippen van hoog- en van laagwater. Op een paar minuten na, kan men voorzeker die oogenblikken niet bij oppervlakkige waarneming bepalen, maar vooreerst ontbreekt het tegenwoordig niet aan hulpmiddelen tot naauwkeuriger waarneming dan eene oppervlakkige, en ten tweede kan het gemiddelde uit vele waarnemingen al zeer nabij de waarheid brengen. Windrigting en windsterkte, barometer-hoogte en waterstand der uitmondingen moeten daarbij niet worden veronachtzaamd. Wij hebben nog slechts hoogst oppervlakkige kennis van de tijdstippen der watergetijden in onze zeeplaatsen, en wat baat de allernaauwkeurigste berekening in den algemeenen vorm, indien men slechts op een kwartier na, bekend is met het haventij der verschillende plaatsen? Doch dit in het voorbijgaan. De heer c. brunings levert opgaven met betrekking tot het dijkwezen en de stroomleidende werken; h.a. wijnne aangaande den huishoudelijken toestand der arbeidende klassen; de laatstgenoemde met g.j. weijland een aanvang van Bijdragen tot de kennis van de instellingen ter voorkoming van schade in de provincie; h.g. schilthuis geeft eene statistiek van de ambachts- en fabrieksnijverheid; Dr. s.e. stratingh eene statistiek der sterfte in de stad
Groningen; Mr. w. de sitter tot den tegenwoordigen staat van het armwezen in de provincie; Prof. h.c. van hall eene opgave der planten, aldaar voorkomende; en de