Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1860
(1860)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijAbbeokoeta; of: de dageraad tusschen de keerkringen. Eene schets van het ontstaan en den vooruitgang der zending in Yorriba. Uit het Engelsch naar den vijfden druk vertaald, en tot op den jongsten tijd bijgewerkt door F.M. Looman. Met vier kaarten, twee gekleurde lithographie- en acht houtsneeplaten. Amsterdam, bij H. Höveker, 1860. In kl. 8vo., 330 bl. In linnenb. Prijs f 1,90.Heeft in het algemeen de aardrijkskunde groote verpligting aan de zendelingen, - de Engelsche zendingen hebben oneindig veel gedaan voor de kennis van Afrika, bepaald ook van de Negerrijken in die onmetelijke uitgestrektheid, welke ten noorden door de Sahara, ten oosten door Nubië en Abyssinië, ten zuiden door den equator en ten westen door de Atlantische zee begrensd wordt. Wat heeft niet de uitbreiding der kennis van Soedan, van de landen ten zuiden en zuidoosten van Timboctoe, van een vroeger nog geheel onbekend gedeelte des geheimzinnigen Nigers te danken aan die expeditie, welke, door richardson aangevangen, door barth voortgezet en voltooidGa naar voetnoot(1), oorspronkelijk ten doel had om het uitbreiden der zending mogelijk te maken. De laatstgenoemde reiziger bezocht wel het ten oosten van de Niger liggende Aribinda, maar drong ook niet verder naar het zuiden door, zoodat hij de Negerrijken More, Goesma, Boergoo of Barba, en Yoroeba onbezocht liet. Het laatst- | |
[pagina 444]
| |
genoemde rijk, dat zich ten noorden van de Slavenkust en ten oosten van den Niger uitstrekt, is gansch niet onaanzienlijk; naar de beste berigten kan de koning 100,000 gewapende mannen in het veld brengen. Het is in dat rijk, ook Jarriba, hier Yorriba genoemd, dat zich sedert omstreeks 35 jaren door onderlinge aaneensluiting van uitgewekenen uit verschillende stammen, eene soort van stad heeft gevormd, Abbeokoeta genoemd, die na 25 jaren reeds 80,000 inwoners had. Aldaar hebben de Engelschen eenen zendingspost gevestigd, die onder Gods zegen het middelpunt van beschaving en godsdienstige verlichting kan worden voor millioenen inlanders. 't Is het ontstaan en de voortgang dier zending, die in dit belangrijke boekje verhaald worden. Wij bewonderen den onverdroten ijver en de geloovige volharding, met welke ook daar een muller, een hinderer en anderen werkzaam zijn, en hebben wij sinds jaren geleerd, bij de warme en voor die zaken onmisbare geestdrift der zendelingen, eenige inschikkelijkheid te gebruiken aangaande de berigten nopens het geloof der nieuwe bekeerlingen, - toch verblijden wij er ons over, dat op die wijze de kennis wordt uitgebreid van den Eenigen Waarachtige en van jezus christus, dien Hij gezonden heeft. En wij verheugen er ons tevens over, dat de Evangelische zending (aan de Roomsche hebben wij te dezen veel minder verpligting) zooveel toebrengt tot de kennis van landen en volken, vroeger slechts uit hoogst verwarde berigten bekend. Dit boekje is dan ook eene belangrijke bijdrage tot de kennis van het rijk Yorriba en van de Fellata's, dien uitgestrekten, steeds voortschrijdenden volksstam, omtrent welken ook barth ons zoovele nieuwe, allergewigtigste mededeelingen heeft gedaan. De heer looman heeft zich veel moeite gegeven, om dit boekje zoo belangrijk te maken als hem mogelijk was. Hij vergist zich echter zeer, met (bladz. 236) te beweren, dat in de landstreken der Fellata's ‘de Halve Maan aan het afnemen’ is. Integendeel, naarmate de beschaving zich in de binnenlanden van Afrika uitbreidt, neemt ook het Mohamedanisme toe, en de zendingsijver moest niet voorbijzien, dat dit eene groote weldaad voor de heidensche bevolking is. Als eene behaalde overwinning (want nog is in die binnenlanden het zwaard de zendeling van den Islam) er | |
[pagina 445]
| |
de ‘Halve Maan’ plant, betreedt het volk, eerst uit nooddwang, later uit verkiezing, er eene eerste, aanmerkelijke baan ter beschaving; het ellendige Fetischisme wijkt voor het ‘daar is één God;’ naakt, zelfs moedernaakt loopende stammen nemen eene voegzame kleeding aan, en de omstandigheid, dat het Mohamedanisme eene geschrevene oorkonde bezit, doet de noodzakelijkheid van scholen ontstaan - iets, dat door eene niet onnatuurlijke zendelings-vooringenomenheid vooral niet moet worden voorbijgezien. Met betrekking tot de binnenlanden van Afrika, waartoe ook Yorriba behoort, verwijzen wij daartoe naar de hoogst belangrijke berigten van barth, wiens reisbeschrijving ook in dit opzigt, een geheel nieuw licht ontsteekt, ten aanzien van den weg ter beschaving van de Afrikaansche negerstammen. |
|