Eenige dagen geleden kwam ik bij een mijner kennissen, en hem juist bezig vindende met het schrijven van eenen brief, snuffelde ik in eenige boeken, die daar zoo achteloos op de piano lagen uitgespreid en tot inzage schenen uit te noodigen.
Eindelijk was mijn vriend gereed en nu liet ik hem wachten, daar ik geheel verdiept was in de lezing van een verhaal.
‘Wat leest gij daar?’ vroeg mijn vriend, ‘'t schijnt je nog al te boeijen!’
‘Dat doet het ook,’ hernam ik. ‘'t Is een verhaal uit de Huisvriend, dat mij zeer belangrijk voorkomt. Het heet “de Schaduw.” Zeg eens, hoe maakt de Huisvriend het toch? Wees zoo goed, mij dit eenigermate uitvoerig op te geven.’
‘Ge schijnt u bijzonder voor dat tijdschrift te interesseren!’ sprak hij. ‘Maar om 't even; ik zal aan uw verzoek voldoen.’
‘De Huisvriend, of liever de wakkere goeverneur gaat nog altijd onvermoeid voort met het verzamelen van bijdragen voor burgers in stad en land; 't kost tegenwoordig moeite, om bij zoovele tijdschriften den strijd vol te houden, maar hij toont, voor zijne taak berekend te zijn. Ik geloof, dat het gemengde van den inhoud er veel aan toebrengt, om hem lezers te verschaffen. Er is nog al afwisseling in de bijdragen en elk vindt er wat naar zijnen zin. Die alleen behagen schept in vertellingen, zal rijken voorraad vinden, onder welken wel eens een oude bekende voorkomt, zooals bijv. Reichmuth von Adocht, dat reeds jaren en jaren geleden in de Vaderlandsche Letteroefeningen voorkwam, maar die voor het grootste gedeelte de lezing wel waard zijn. Interessanter vind ik evenwel de Bijdragen tot de Natuur-, Landen- en Volkenkennis, onder welke er verscheidene zijn, die leerrijk mogen genoemd worden, en der jeugd eene nuttige lektuur kunnen verschaffen. De Huisvriend zegt nog al eens harde waarheden - en daardoor doet hij zijnen naam eer aan - in de Bijdragen betreffende het Maatschappelijk, Burgerlijk en Huisselijk leven. Met de Gedichten heb ik eigenlijk het minst op; dat is dikwijls niet veel meer dan rijmelarij, hoewel er nog al eens geestige stukjes bij kunnen zijn. Zie, daar heb je nu een verslag van den Huisvriend; als je nu een abonnement wildet nemen, dan heb ik je