De Delftsche Akademie in het bijzonder met betrekking tot de opleiding van Civiel-Ingenieurs hier te lande, door een oudstudent. Tweede druk. Te Zwolle, bij W.C.J. Tjeenk Willink. 1860. In gr. 8vo. II en 31 blz.
Van verschillende kanten hebben zich in den laatsten tijd stemmen verheven tegen de tegenwoordige inrigting van bovengen. akademie, en de tweede druk der voor ons liggende brochure getuigt van belangstelling in de zaak van de zijde des publieks.
Die voortdurende klagten, meer nog de weinig bevredigende resultaten, waarvan ieder weet te spreken, die deze inrigting van naderbij heeft leeren kennen, zullen, we twijfelen er niet aan, de regering aanleiding geven om de hand te slaan aan een reorganisatie, die, zelfs volgens de getuigenis van Dr. pijnappel, een' der leeraren der akademie, met evenveel bezadigdheid als onpartijdigheid, in eene onlangs verschenen brochure gegeven, dringend noodzakelijk is geworden.
De beschouwingen van den oud-student, schoon hier en daar van de zienswijze van Dr. pijnappel afwijkende, leiden tot hetzelfde resultaat. Ook volgens hem - en hij heeft de Delftsche akademie door eigen ervaring leeren kennen - heeft ons volk van haar niet dat nut getrokken, dat zij bij hare oprigting van zich liet verwachten. Hij wijst aan, hoe de schuld hiervan in de inrigting zelve te vinden is; zegt, dat aan den eenen kant de jongelieden te jong aan de akademie komen, aan den anderen, de lust tot studie en zelf-werken, in plaats van opgewekt te worden, wordt tegengegaan. - 't Schijnt paradox, en toch is er veel van aan; voorts, hoe de driemaandelijksche gedrags-rapporten demoraliserend op de jongelieden werken en 't vertrouwen tusschen ouders en zonen vernietigt; bespreekt de weinige waarde, die men hechten kan aan de afgenomen examens, de onwaarde van den eindelijk verkregen titel van civiel-ingenieur, betoogt kortom, hoe de akademie de ongunstige geruchten, die er thans van onder ons volk zijn, ten volle regtvaardigt, en geeft eindelijk zijne hoop te kennen, dat ook zijn schrijven de regering moge nopen tot eene degelijke verandering en verbetering.
We hopen het met den Schr. en deelen in zijne overtuiging, dat er, in den tegenwoordigen tijd en bij de zich steeds meer