De kleine dierenvriend, een leesboek voor de scholen, door H. Sluijters. Goes, C.H. Schetsberg 1859. In kl. 8vo. IV en 64 blz. Prijs f 0,20.
De nieuwe wet tot regeling van 't lager onderwijs de beginselen der natuurkunde onder de te onderwijzen vakken gesteld hebbende, heeft den heer sluijters genoopt eenige werkjes te schrijven, die daarbij tot leiddraad kunnen dienen.
Dit is het eerste daarvan, en bevat dan ook slechts het allernoodzakelijkste. Intusschen komt het ons voor, dat reeds in dit stukje de Schr. iets verder had kunnen gaan, daar wij er veel in vonden dat, naar onze meening, kinderen ten platten lande dagelijks zien of van hunne ouders hooren, weinig echter hetgeen zij geacht kunnen worden niet te weten of niet langs dien weg gewaar te zullen worden.
Enkele taal- of drukfouten vielen ons in 't oog:
bl. 4 dikke room, die men er daarna afneemt; |
bl. 7 jongens die hunne buis uittrekken.
Eene buis is eene houten of metalen pijp (tuyau). |
bl. 9 klouteren. |
bl. 9 eene zeer gezonde drank. |
bl. 9 moeijelijk verteerbaar - lees: moeijelijk te verteren. |
bl. 11 de hersens hem uit het hoofd rolden. |
Kwik rolt, hersens hebben de daartoe vereischte vloeibaarheid niet.
Naar andere min juist geschreven woorden of min juist uitgedrukte denkbeelden te zoeken, lust ons niet. We hebben deze slechts aangestipt als een avis au lecteur voor de te volgen stukjes. Druk en papier zijn goed.