Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1860
(1860)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 237]
| |||||||||||
de lagere scholen bevattende, en herinneren ons, dat, schoon 't een derde druk was, ons oordeel niet geheel gunstig uitviel. 't Boekje, dat nu voor ons ligt, en dat wij dezer dagen doorlazen, behelst verhaaltjes van zedelijk godsdienstigen aard, waarvan we kortelijk inhoud, stijl- en taalkundige gehalte willen nagaan. De L hier geleverde stukjes komen met gevariëerde inkleeding, alle op 't zelfde neêr, daarop n.l., dat de mensch vroom moet zijn, zal 't hem in dit en 't volgend leven wèl gaan, dat goede daden de belooning, kwade de straf niet ontgaat, enz. De Schr. zal ons hierop antwoorden, dat dit ook het eenige en ware is, waarop de jeugdige mensch onophoudelijk behoort gewezen te worden, dat hij, worden die denkbeelden niet voortdurend in hem aangewakkerd, vergeefs naar geluk op deze wereld zal zoeken. We zijn 't volkomen met hem eens; slechts meenen we, dat men, door veelvuldige herhaling van 't zelfde in andere woorden, gevaar loopt verveling op te wekken en tot overdrijving te vervallen, zoo als we b.v. in XXI zien, waar zich eene liefdezuster met eene keten aan den zieken man, dien zij verpleegt, laat vastklinken om zich zelve te noodzaken den walgelijken reuk, dien zijne wonden verspreiden, te verdragen. Dat zij voldoende, voor zoover den inhoud der Verhalen betreft. En nu een woord over stijl en taal, waarin we, vergeleken bij 't vroeger aangekondigde boekje, geen grooten vooruitgang zien: de dezelve's, hetzelve's, deszelfs's in rijken overvloed; een kind (bl. 26) onder de sneeuw bedolven, door de verwarmende opkomende zon bestraalt; volzinnen als (bl. 19) ‘de onversaag(d)ste traden schoorvoetende terug;’ (bl. 34) wanhopig steeg de kreet op;’ (bl. 25) ‘doch dewijl het den vorigen nacht geweldig gesneeuwd had, en alle wegen met sneeuw bedekt waren;’ (bl. 40) ‘hare heilige nagedachtenis blijft in zegen. Boven haar graf verrees ter harer nagedachtenis de verhevene en schoone Elizabeth-kerk.’ Wij eindigen met eene opgave van eenige druk- of schrijffouten:
| |||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||
In een schoolboekje is naauwkeurigheid een eerste vereischte.
a.b.m. |
|