denkbeelden over opvoeding en onderwijs daarin uiteengezet, en wil, alvorens een kort verslag van den inhoud te geven, den onderwijzers, aankomenden en gevestigden onder ons, met nadruk aanbevelen de uitgave van dit werk niet voor notificatie aan te nemen, maar hun voordeel te doen met hetgene daarin ten hunnen behoeve geleverd wordt.
De schr. heeft eigenlijk de inrigting der dorpsschool op 't oog; dan teregt zegt de bew. in zijne voorrede: ‘het kenschetsende van het werkje ligt niet in de omschrijving en de begrenzing der leervakken, waarin de school ten platten lande van die der steden eenigzins verschillen kan, maar in het aanwijzen der middelen, waardoor beide, voor zoo ver zij volksscholen zijn, het best aan de eischen des lands beantwoorden.’ In een ander gedeelte der voorrede - en dit zij hier nageschreven voor hen, die meenen konden, dat wat goed mag wezen voor de Pruisische volksschool, nog niet onbepaald aan te bevelen is voor de onze - zegt de bew.: ‘Wij moeten, wij mogen onze volksschool niet schoeijen op de leest van eene vreemde, ontstaan uit andere toestanden, beheerscht door eene andere staatsinrigting. Maar wel is er behoefte aan, de overtuiging meer en meer te verbreiden, dat zoo hier als elders, de regte weg van de volksschool dwars loopt door het leven des volks, dat haar standpunt niet ligt buiten of boven, maar midden in het bedrijvig leven.’ Dit laatste nu wordt onder ons soms uit het oog verloren, getuige de wijze, die sommigen bij 't onderwijs in enkele leervakken op onze lagere scholen willen gevolgd zien, en waarbij de studeerkamer met de school verward wordt.
Na eerst de ‘behoefte aan een leerplan voor de volksschool’ uiteengezet te hebben, behandelt de schr. doel en roeping derzelve, en hier lazen en herlazen we onder meer: ‘het was de hoofdbedoeling der vorenstaande beschouwingen in het licht te stellen, dat de volksschool niet moet worden beschouwd als eene zelfstandige inrigting van opvoeding, en haar derhalve ook geen doel kan worden voorgehouden, dat onafhankelijk is van het doel der huiselijke opvoeding. Het werk der volksschool kan geen ander zijn, dan tot bereiking van het doel der huiselijke opvoeding mede te werken,’ enz. Hoe dikwijls toch worden hoogere eischen aan de school gedaan, hoe dikwijls zelfs breekt de huiselijke opvoeding af,