nut hebben, en daarenboven in veel, dat hun noodig zou zijn, geen of gebrekkig onderwijs ontvangen, en dit oordeel wordt bevestigd door de ondervinding van zoovele ambtenaren, die van hunne studie bij hunne aankomst in Indië zeer weinig dienst hadden, wordt bevestigd door de getuigenis van eenen man als Dr. pijnappel, die met blijkbare liefde voor de inrigting aan welke hij doceert, de pen opvatte, maar toch de onpartijdigheid niet aan zijne genegenheid wilde opofferen. De beschouwing van den heer p. is even open en rond, als belangrijk; de schrijver geeft wenken welke zeer de behartiging der regering verdienen, vooral omdat hij niet alleen te kennen geeft, wat naar zijne meening is af te keuren, maar ook tegelijkertijd middelen ter verbetering aan de hand geeft, welke ons verre van verwerpelijk voorkomen. Moge zijn schrijven medewerken tot het tot stand brengen eener gewenschte organisatie! Gaat men hiertoe over, dan is het te hopen, dat men beginne met aan de akademie haar hybridisch karakter te ontnemen, dat men vaststelle, onder welke rubiek deze instelling behoort, onder die van het middelbaar of die van het hooger onderwijs; dan scheide men de leerschool der ingenieurs, van die der Indische ambtenaren, en volge voor deze laatste de raadgevingen van prof. pijnappel op.
d.