geweest, of zich geen duidelijk begrip der genoemde eigenschappen heeft gevormd. Op zeer ordinaire wijze worden hier de regels der rekenkunde behandeld, en wat de meerdere volledigheid betreft, te vergeefs hebben wij gezocht waarin die bestaat, of het moest zijn, dat men de zamentelling van de linkerhand kan aanvangen, eene aftrekking door zamentelling kan bewerkstelligen, (zeer gezocht) bij de vermenigvuldiging de gedeeltelijke producten der cijfers in zijn geheel nederschrijven, zie blz. 25-27, de deeling van de regterhand beginnen (zeer gezocht). De aftrekking als proef op de zamentelling aan te raden, moge uit een theoretisch oogpunt geldend wezen, in de praktijk zou het eene dwaasheid zijn. Van bekortingen zijn wij groote voorstanders, maar niet wanneer de voorschriften er alleen den schijn van hebben, zoo als met eenige der op bl. 54 en 55 voorkomende het geval is. - Het over de verschillende talstelsel, in bl. 68-80 geleverde, handelt alleen over de herleiding van een getal uit het eene stelsel in een ander. Als het werk zich hiertoe alleen bepaalt, verdient het heel weinig belangstelling. Groot kan daarentegen het nut zijn als men de hoofdregels in de verschillende talstelsels laat bewerken. Hierdoor krijgen de kinderen beter inzigt in de verschillende regels van het gewone talstelsel, terwijl het daarenboven een uitmuntend middel is om hen meer vaardigheid in het behandelen der getallen te doen krijgen. Om deze redenen ware het te wenschen, dat hh. onderwijzers bij voorkomende gelegenheden zich ook van dit middel bedienden om hunne leerlingen duidelijke inzigten van de verschillende regels en eene grootere vaardigheid in het bewerken der getallen te doen krijgen.
Dat het aangekondigde werkje niet aan de verwachting voldoet, zal niet nader behoeven gezegd te worden en daar het volstrekt niet als leesboek is ingerigt, zoo kan hier geene sprake van eenige aanbeveling wezen.
v.d.w.