Weder een ster van den industriëlen hemel.
Pas heeft Engeland zijn grooten spoorweg-aanlegger rob. stephenson begraven, of een ander der coryphaeën van het industriewezen is zijn collega en vriend gevolgd, bijna mag men zeggen, gesneuveld op het veld van eer. Wij bedoelen j.k. brunel, den zoon van dien brunel, wiens naam ook bij ons bekend is, als van den aanlegger van den Tunnel onder de Theems. De zoon was niet minder bekwaam dan de vader en in allen gevalle is hij verstandig genoeg geweest, om zich geene muntstukken in den strot te stoppen, - eene aardigheid die, zoo als men weet, aan den vader het leven gekost zou hebben, ware men niet eindelijk op het vernuftige idée gekomen, om den man 't onderste boven te zetten, en zoo het hardnekkige muntstuk dood eenvoudig omlaag en naar buiten te werken. Reeds bij dienzelfden tunnelbouw heeft onze jonge brunel meer dan eens gevaar geloopen van te verdrinken bij de doorbraken, die nog al dikwijls hebben plaats gehad; maar hij kon goed zwemmen en heeft er bij geluk het leven afgebragt. Gelukkig, want hij heeft later nog belangrijke diensten aan het industriële Engeland bewezen, door het oprigten van groote spoorwegbruggen, tunnels en ook havenwerken. Ook bij het crystallen paleis heeft men zijn raad met goed gevolg mede ingewonnen, en gedurende den Russischen oorlog heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door het oprigten van een zeer groot, en toch doelmatig hospitaal te Renkioi in de Dardanellen, dat, meen ik mij te herinneren, zoo wat klaar was, toen men het niet meer noodig had. Vooral was hij een groote voorstander van ijzeren schepen en de aanwending van de schroef bij de Engelsche marine, - eene zaak, die niet alleen het geheele zeewezen eene andere gedaante heeft gegeven, maar zelfs in den loop der wereldgeschiedenis van onberekenbaar gewigt kan zijn. Volgens zeggen echter is die liefhebberij hem juist de dood geweest. Het denkbeeld van een monsterschip als de
Leviathan of Great Eastern is van hem uitgegaan, en door hem dan ook ten uitvoer gebragt. Maar de bezwaren hierbij te overwinnen zijn zoo menigvuldig en de inspanningen daarbij zoo groot geweest dat men beweert, dat dit veel tot zijn vroegtijdigen dood bijgedragen heeft, hoewel hij reeds sedert eenige jaren sukkelende was. Hoe het zij, terwijl hij met de voorbereidende maatregelen voor de proefvaart van den Great Eastern bezig was, is hij door eene beroerte getroffen en te Westminster, den 15den Sept. 1859, gestorven. Hij is dus gesneuveld wel niet als een krijger op het slagveld, maar als een soldaat door de vermoeijenissen van den krijg. Boven en behalve zijne groote kundigheden zal zijn eerlijk, nederig en aangenaam karakter hem tot blijvenden roem zijn.