Alleen op het oogenblik zijn er tien belangrijke expedities in gang, allen met het doel, om een gedeelte van den tergenden sluijer, waarmede Africa nog hare zwarte naaktheid bedekt, op te ligten.
1o. De expeditie van livingstone is wel de belangrijkste, omdat zij met de uitgebreidste hulpmiddelen - zelfs een stoombootje - wordt voortgezet. Zij zal met haar talrijk en kundig personeel de rivier Zambeze en haar oeverland (in Zuidoostelijk Africa) nog eens naauwkeuriger opnemen. Bijna zou men echter denken, dat zij al te grootsch is aangelegd, en dat juist dit haar eene klip zal worden. Althans er is berigt gekomen, dat livingstone's voornaamste medestander, kapitein bedingfield, wien het nautische gedeelte der expeditie is opgedragen, oneenigheid met hem heeft gehad en naar Londen teruggekeerd is. Zij schijnt echter tegen dezen schok bestand en, zoo al niet zeer spoedige, belangrijke resultaten mag men er toch van verwachten.
2o. De Niger-expeditie onder Dr. w.b. baikie. Deze wil langs de wateren van den Niger tot in het hart van Africa doordringen en is ook behoorlijk met een of meer stoombootjes toegerust. Ongelukkig echter heeft die Niger twee hoofdarmen, de Kuára (de oostelijke arm) en de Benue (de westelijke). De laatste was in 1854 door baikie reeds met goed gevolg bevaren, maar nogtans had men aanvankelijk besloten om den eersten arm te kiezen, hoewel reeds de groote barth dien als een zeer bezwaarlijk vaarwater schetst. Nu echter heeft men toch eindelijk beter gevonden de Benue op te varen, zoodra als het jaargetijde gunstig daarvoor is, en daarvan voorspelt men zich veel goeds.
3o. Een Hamburger reiziger, Dr. a. roscher, zal weder van eene andere zijde, van de oostzijde (even bezuiden de linie), dat geheimzinnige binnenland trachten te naderen. De zendeling rebmann was hem daar reeds voorgegaan. Deze had bij Kilimandscharo een berg met witten kruin gezien, welk wit, volgens het zeggen der inlanders, door de warmte smelt. In Europa meende men echter dat het wel eene soort