Nieuwe-jaarwenschen.
Kent ge onbeduidender woorden, dan de gewone expectoraties, waarmede op den eersten dag des jaars de reeks van onbeduidendheden, die dat jaar nog geduldig aan te hooren zal hebben, wordt geopend? Het gewone gevolg bepaalt zich meestal tot een handdruk of een zoen, een kwartje en een borrel; en meer invloed hebben ze zelden, die woorden van den dag, waarop ieder mensch nog iets meer dan anders de rol van automaat vervult.
En toch kunnen omstandigheden aan die N.-Jaarwenschen nog al gewigt bijzetten. Op 1 Jan. 1859 kwam een mensch als een ander, de gevolmagtigde van Oostenrijk, bij den Keizer van Frankrijk, ook een mensch, om hem te complimenteren, anders niet. En hij zeide wat hij zeggen wilde of moest, en hem werd geantwoord, zooals het behoorde, met eene kleine toespeling op hunne wederzijdsche zaken. En die nietige omstandigheid is genoeg om Europa in rep en roer te brengen. Een de morny wint er eenige millioenen mede, alleen omdat zijne voorkennis van de keizerlijke woorden, hem in de gelegenheid stelt, om goed te speculeren. In Italië begint het te gisten, en Oostenrijk ziet zich genoodzaakt eenige duizenden Croaten, Hongaren en andere militairen, tot wezenlijk heil van zijne ietwat onbesuisde Trans-alpische kinderen, in de wapens te roepen en op te zenden. Sardinië begint te hopen; Engeland te brommen en te overleggen wat het doen zal; Rusland de ooren te spitsen, nog meer dan het altijd doet; Pruissen komt nog een keer te meer tot het besluit, dat het maar weêr onzijdig blijven zal. En de dagbladen, niemand - de Oostenrijksche policie in Italië alleen uitgezonderd, - heeft het drukker dan de dagbladen, om te raden, te liegen, te voorspellen, op te ruijen, tegen te spreken, of gerust te stellen, al naar den geest hunner abonné's. De effecten dalen en kooplieden verliezen of worden geruïneerd, Italianen worden gevangen gezet, en militairen aan het slijpen van hunne degens.
Of er nog meer gebeuren zal, weet men niet. Waarschijnlijk zal de innemende voorkomenheid van een 150,000 Oostenrijkers in Milaan en zooveel andere duizend, in de overige deelen van Italië, de goede gezindheid der schiereilanders en de rust in Europa wel bewaren. Maar het zegt nog al wat, dat alles met een paar woorden te veroorzaken.
Vergelijk daarmede eens de wisseling van Nieuwe-Jaarsgroeten tusschen u en uw vriend den aschkarreman. - Alle menschen zijn gelijk, maar alle wenschen niet.