Verhandeling over de Kol- of Heksekringen, ook wel Tooverkringen genaamd. Door Dr. R. Westerhoff. Groningen, Erven C.M. van Bolhuis Hoitsema. 1859. In gr. 8vo. VI en 66 bl. f : - 60.
Onder dezen titel heeft Dr. westerhoff eene Verhandeling uitgegeven, die hij den 2den Februarij 1854 hield in de vergadering van het Genootschap ter Bevordering der Natuurkundige Wetenschappen te Groningen. Wat hem aanleiding gaf, deze Verhandeling te doen drukken, deelt hij in het ‘Aan den lezer!’ dat voorafgaat, mede. Het was vooral omdat het hem - na de vervulling der leesbeurt nog duidelijker dan vroeger - gebleken was, ‘dat slechts enkelen deze groene gras- en paddestoelen-cirkels opgemerkt hadden en kenden.’ In den Tijdspiegel voor 1858 was in een levensberigt van william hyde wollaston - den eerste, die van dit verschijnsel eene op redelijke gronden steunende verklaring had gegeven - beweerd, dat er in ons land weinigen zijn, die ze niet nu en dan hebben opgemerkt. De Schr. had daarentegen slechts zeer weinigen leeren kennen, die met het bestaan der heksenkringen bekend waren, ‘en zelfs menig uitstekend geleerde, van wien men dit niet verwacht zou hebben, aangetroffen, die openhartig verklaarde, dat hij met dit verschijnsel ten eenenmale onbekend was.’
Van deze heksekringen onderscheidt w. een zestal verschillende soorten, die hij beschrijft, met opgave van die plaatsen, waar ze door hem of door anderen waargenomen zijn. Hoewel die indeeling mij toeschijnt wel gegronde aanmerkingen toe te laten, onthoud ik mij echter daarvan, omdat de Schr. waarschijnlijk niet streng zal staan op het beginsel dat hij daarbij meende te moeten volgen. Ook schijnt de orde waarin die verschillende soorten na elkander beschreven worden, niet zeer geleidelijk, maar ook dàt nader aan te wijzen, zou tot al te groote uitvoerigheid van deze aankondiging leiden, en we gaan dus even als de Schr. spoedig over tot de beschouwing der meest algemeen voorkomende - zijne derde - soort van heksekringen.
Deze soort van heksekringen, in het oog springende door een ring van hoogstaand, levendig groen gras, dat eene plek met gewoon gras begroeid, omgeeft, ontstaat door paddestoe-