henen, dat ons hindert. Is er dan eene figuur, welke eigenlijk de hoofdpersoon moest heeten? Neen, dat niet, maar er zijn wel karakters in den roman, welker teekening meer precies is; een vooral, jessie is het, waarin wij het talent van de schrijfster zien doorblinken; daarin vinden wij eene vrucht der fictie, welker waarheid empirisch bewezen is; er is in dit karakter eene consequentie, zooals wij het in het werkelijke leven dikwijls aantreffen. Jessies aangeboren goedhartigheid, welke eerst dreigde verdorven te worden door hare ligtzinnigheid, de strijd tusschen deze beide karaktertrekken, en de eindelijke overwinning van het goede beginsel in haar, maken het geheel tot eene aantrekkelijke figuur. Hetgeen ursula echter tot deze overwinning toebrengt is nietsbeduidend. - Mw. weir is eene dame, ziekelijk naar het ligchaam, en (althans naar de bedoeling der schrijfster) in vele opzigten gezond naar den geest; maar het is eene matte, ziekelijke schildering, en het karakter dat ons hier geleverd wordt is weinig doorzigtig. - In Miss millicent heeft de auteur iemand willen schilderen, die onder de zonderlingste vormen, en bij uiterlijk meest verkeerde handelwijze, een goed hart bezit; wij vinden ook deze mislukt, en de figuur maakt den indruk van eene krankzinnige, meer dan van eene onder eene ruwe schors bedorven goedhartige. - Ook roger is weinig geacheveerd; hij moet eene soort ideaal van goedheid verbeelden, en zooals de auteur hem heeft geschilderd, is hij een zoetsappig schepsel, een sul. Willem, ursula's andere broeder, gaat te weinig voor hoofdpersoon door, dan dat wij aanmerking op de halfheid dezer figuur zouden maken. Maar Mw. temple heet meer afgewerkt te zijn; de schrijfster laat hier en daar duidelijk blijken, dat zij in deze figuur een duidelijken type wil geven; en wij moeten alweder zeggen,
dat zij naar onze meening ongelukkig daarin geslaagd is; tot op dezen oogenblik weten wij nog niet, wat wij aan Mw. temple hebben. De figuren op den achtergrond, zooals jane price, john hervey, de familie kemps, zijn nog al aardig geteekend.
Niettegenstaande onze weinige ingenomenheid met deze vrucht van Miss sewell's pen, erkennen wij gaarne, dat wij schoone détails hebben aangetroffen; een waarlijk godsdienstige geest straalt schier op elke bladzijde van het werk door, en aan werkelijk schoone opmerkingen ontbreekt het niet. Vooral