Oost, West, t'huis best. Genre-stuk; door Oom Adam (Dr. C.A. Wetterbergh). Amsterdam, Gebroeders Binger. 1859. In 8vo. f 2-90.
Gaarne zou ik eens een woord willen wisselen met dien Mijnheer c.e., die bij de vertaling van Oom adam's genre-stuk zóóveel genot heeft gesmaakt, dat hij zijn lezers hetzelfde genoegen toewenscht, - want ik vrees dat negen van de tien met mij zullen zeggen dat het gerust onvertaald had kunnen blijven, indien ten minste de schuld niet aan den Vertaler zelf ligt, en hij niet met het geheele werkje heeft geleefd als met den titel. Deze is in het oorspronkelijke: Hemma, dat eenvoudig beteekent: te huis, en dus op den zeer kalmen inhoud veel beter toepasselijk is dan: Oost, West, t'huis best, welke woorden ons terstond een aan de rust voorafgaand zwerven in de gedachten brengen. Het verhaal onderscheidt zich niet door een levendigen stijl, noch door afwisselende tooneelen: het is huiselijk, ja, tot platheid toe. Als de Schrijver aan zijne verbeelding den vrijen loop laat, worden zijne metaphoren dikwijls zonderling en moeijelijk te vatten; ik zou b.v. gaarne eens van hem de juiste explicatie willen hooren van de regels, waar de menschen bij broodjes in een bakkers-oven worden vergeleken, en ik schrijf het aan mijne geringe natuurkundige kennis toe, dat ik mij ook geen regt begrip kan maken van compasnaalden die zich een Noorden kiezen, en dat behouden ‘zonder er zich om te bekommeren waarheen de magnetische stroom later gaat. Tot hiertoe heb ik gemeend dat er nog zoo iets bestond dat men declinatie noemt, waaraan de compasnaalden niet geheel vreemd waren, en dit hebben mogelijk meer menschen geloofd, die dan even als ik groote verpligting aan Oom adam hebben, omdat hij ons uit den droom hielp. Maar, lezer! wat dunkt u van den bombast op bl. 31 en 32, over het uurwerk der eeuwen, over het gebouw van het kunstwerk dat wij de menschheid
noemen? Dit is trouwens niets ongewoons in de Noordsche letterkunde, en opdat ook het bovennatuurlijke hier niet ontbreke, wordt eene geestverschijning voor goede munt opgedischt, en eene sage (?) verhaald, waaruit door al de mystieke en phantastische beelden moeijelijk een helderen zin is te ziften. Dit alles moet dienen