In het tweede stuk gaat scheltema voort met zijne geschiedenis der Amsterdamsche kloosters; hebben wij in de vorige deelen de geschiedenis van de Minderbroeders- en Karthuizer-kloosters ontvangen, thans wordt ons die van 't klooster der Paulinianen geschonken, welks kerk wij in de Oude Waalsche kerk terugvinden. Weinige berigten konden hieromtrent worden gegeven, maar wij mogen ons verheugen, dat door s.'s werk dit weinige toch tot ons is gekomen, en hopen hartelijk dat de Schrijver mag voortgaan met de geschiedenis der kloosters in Amsterdam na te vorschen en uit te geven; met belangstelling zien wij zijne geschiedenis van het Reguliers-klooster te gemoet, waarvoor hem ongetwijfeld vollediger berigten ten dienste staan.
Het Geschiedkundig onderzoek naar het leven en de verrigtingen van willem eggert, Heer van Purmerende, met de daaraan toegevoegde uitgave van Charters betreffende eggert en Purmerende mag wel het belangrijkste stuk genoemd worden, dat wij in dit deel aantreffen. Hoe bekend de naam ook moge zijn van den man, wiens geschiedenis hier het onderwerp is van scheltema's onderzoek, het is zeker waar dat er over 't algemeen weinig van hem bekend was, en van dat weinige nog veel, dat minder juist was.
De eerste heer (niet de stichter, zooals s. te regt opmerkt) van Purmerende is een historisch onderzoek overwaardig, en de onderzoeker heeft zich met naauwgezetheid van zijne taak gekweten, zoodat ons in dit stuk een aantal zeer wetenswaardige zaken wordt medegedeeld.
Hetgeen de Schrijver levert over den beroemden portretschilder ferdinand bal, is eene voortreffelijke bijdrage tot de historie van de Rembrandtsche school, en vormt een uitmuntend pendant met hetgeen wij reeds vroeger van s. over rembrandt en govert flink ontvingen.
Met de uitgave van het register van Het historisch-diplomatisch Archief van Amsterdam heeft de archivaris een werk van blijvende waarde verrigt, en velen zullen hem dank weten voor de groote moeite die hij daaraan besteed heeft. Door zijne inrigting van dat Register, heeft hij het archief voor de onderzoekers toegankelijk gemaakt, en tevens aan de geschiedenis van onze diplomatie eene zeer groote dienst bewezen.
In het stuk: De aanvang van de openbare prediking der