gaping, die in onze kunstverdediging tusschen den Helder en den Maasmond nog aanwezig is, eene aangelegenheid die bij de doorgraving van Holland op zijn smalst wel door de departementen van Oorlog en Marine in overweging mag worden genomen. Nog moeten wij hier bijvoegen, dat de door den schrijver voorgestelde slangvormig gebogen ingang, behalve de door hem aangewezen voordeelen, ook tevens van een militair standpunt beschouwd, het zeer groote voordeel oplevert, dat daardoor het Kanaal van uit zee niet in lengte kan beschoten (bestreken) worden, en dat daardoor de sluiswerken van het Kanaal voor eene spoedige vernieling van die ongetwijfeld meest te duchten zijde, zouden gewaarborgd zijn. Hieruit volgt ook nog, dat het van belang is, de plaatsing der haven (zooveel het kan) zoodanig te bepalen, dat zij door het aangrenzend terrein (de duinen), voor zooveel de plaatselijke gelegenheid dit veroorlooft, aan de strandzijde tegen vijandelijke vernieling gedekt zij.
Wij wenschen dat het Rijksbestuur, in geval het tot eenige subsidie (waarop in het voorwoord van den heer diets gedoeld wordt) mogt besluiten, het daaraan de voorwaarde zal verbinden, dat het ten allen tijde en op elk punt van het Kanaal, waar zulks voor de algemeene landsverdediging mogt noodig geacht worden, geheel vrij en onvoorwaardelijk eene gemeenschap, hetzij tijdelijk of duurzaam, zal kunnen daarstellen, - eene voorwaarde te meer billijk, omdat de bedoelde subsidie algemeen zou gedragen worden, en daardoor ook wederkeerig het algemeen belang (waarmede dit bijzondere ten naauwste verbonden is) hierop een niet te betwisten aanspraak verkrijgt.
Voor wij van den belangstellenden lezer afscheid nemen, achten wij ons verpligt te verklaren, dat voor zooveel het zeevaartkundige betreft, wij ons misschien wel wat ver op een ons weinig bekend terrein gewaagd hebben, en in dat opzigt volgaarne onze meening voor die van meer deskundigen willen prijs geven. Van onze opmerkingen betreffende het belang dat het defensie-wezen onzer kust, bij de uitvoering van een plan als dat van den heer diets heeft, durven wij echter de verantwoording wel op ons nemen. Wij besluiten onze aankondiging met de aloude verkoopformule: ‘ieder hoore de conditie en doe zijn profijt!’