Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1859
(1859)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 442]
| |
te zijn, heeft bij een door hem uitgegeven ‘Katechismus over den weg der zaligheid’, thans gevoegd: een Hulpboek voor zijne leerlingen ten gebruike bij den Catechismus. De Groningers gebruiken vreemde woorden. Onlangs maakten wij daarop reeds opmerkzaam: misschien is het een gevolg van hun afgezonderd wonen, zonder spoorwegen. Van een hulponderwijzer, een hulpboek van leering hadden wij meer gehoord. Een Hulpboek is ons nieuw. Over het algemeen kunnen wij ons wel met de inrigting van dit Hulpboek vereenigen. De uitbreiding der antwoorden van den Catechismus is eenvoudig, naar de bevatting van hen voor wie het bestemd is. Om het met den inhoud geheel eens te zijn, moet men zich met de Bijbelbeschouwing der Groningsche school kunnen vereenigen, die hier natuurlijk telkens voor den dag komt. Wie dit niet kan, wie daarin bij eenig licht nog te veel duisternis ziet, bij eene schijnbare logica te veel inconsequentie, voor dien is het boekje onbruikbaar. Daarbij zijn er nog andere bezwaren om dit Hulpboek op de catechisatiën te gebruiken; het kost 90 cts. Op zich zelf is die prijs niet veel, maar niet ieder catechisant behoort onder de min of meer gegoeden. Onthoudt het dan aan de minder bedeelden, zegt ge; doch juist deze hebben het meest voorlichting en hulp noodig. Ook kleeft aan dergelijke geschriften altijd het gevaar van een pons asinorum te worden: het denken te voorkomen, in plaats van te bevorderen.
De toepassing van het Reglement op de Diakoniën, door de Algemeene Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk in 1856 uitgevaardigd, heeft, zoowel op zich zelf als in verband tot de Staatswet op het Armbestuur, op vele plaatsen moeijelijkheden opgeleverd. De Zutphensche procureur pennink heeft over dat onderwerp eene brochure uitgegeven, met voorslagen, meer doortastend dan voorzigtig, meer in overeenstemming met de letter der wet dan met hare bedachtzame toepassing, meer ijverij dan uitvoerbaar. Tegen die brochure is gerigt eene andere, ons ter aankondiging toegezonden; namelijk Beschouwingen en Opmerkingen, naar aanleiding van het aangehaalde stukje, door m. pot, Diaken bij de Ned. Herv. Gemeente te Vlissingen, en aldaar uitgegeven bij p.g. de vey mestdagh. 12 bladz. Vele zaken kunnen in een zoo klein bestek niet gezegd worden, vooral niet door iemand, die zijne gedachten | |
[pagina 443]
| |
niet zeer beknopt weet uit te drukken. En het: ‘onzes inziens’, ‘ons dunkt’, moge getuigenis dragen van loffelijke bescheidenheid, hout snijden doet het met vrij weidschen titel prijkende boekje in geenen deele.
Verscheidenheid en Eenheid. Christelijke Gezangen. Leyden, p. engels. 1858. Dit bundeltje bevat eene bloemlezing van godsdienstige liederen, zoo van vaderlandsche als van vreemde dichters; alleen van deze laatsten zijn de namen genoemd. De oorspronkelijke gezangen zijn veelal vervaardigd op onderwerpen, die tot dusver bij de verzameling van godsdienstige liederen minder de aandacht schijnen getrokken te hebben; en wij meenen dat zij naast en boven vele anderen eene plaats verdienen. Dichterlijke verheffing, rijkdom van gedachten, schoonheid van beelden, moet men hier niet zoeken, en dit is ook niet altijd noodig. Wat aan godsdienstige gezangen - vooral dezulke die voor openbaar gebruik bestemd zijn - de grootste waarde geeft, is juist zekere eenvoud, de ware ongekunstelde toon des harten dat zich uitstort voor God, en welks sprake verstaan wordt door allen, geleerden en ongeleerden. Dat deze toon soms moeijelijker getroffen wordt dan de hoogste dichterlijke vlugt (schijnbare vlugt), zal ieder toestemmen, die zich ooit op dit veld waagde. In vele der in dit boekske verzamelde liederen schijnt ons die toon werkelijk goed getroffen, hooren wij inderdaad de taal van het geloovige hart; en wij vertrouwen dat deze ‘Christelijke Gezangen’ (vrij van alle partijkleur en bekrompenheid) ook Christelijke stichting kunnen bevorderen. Als zoodanig wenschen wij ze in veler handen, hun verzekerende dat de woorden van mannen als huss, melanchton, capito, justus jonas en anderen, sommigen van wier zangen wij hier vertaald vinden, voedsel zullen bieden voor geest en hart. - De prijs van het boekje (om met iets zeer practisch, maar dat tot aanbeveling strekken kan te eindigen) is zeer gering: het kost ingenaaid f 1 - : en in linnen gebonden f 1-40.
Een huis van verpleging voor Tonglijders. Voorlezing voor het Volk; gehouden in de Alkmaarsche afdeeling der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, door j. dorper, Predikant te Alkmaar. Te Alkmaar, bij Herman Coster en Zoon. 1859. In | |
[pagina 444]
| |
post 8vo. 22 bl. f : - 15. - Die titel is, bij de eerste inzage, meer vreemd dan piquant, doch blijkt allezins gepast te zijn, zoodra men zich met den inhoud van het kleine geschrift heeft bekend gemaakt. Zoowel de behandeling van het onderwerp, als de losse en onderhoudende stijl waarin de schrijver zijne denkbeelden heeft voorgedragen, voldoen aan de eischen, die men aan voorlezingen voor het volk, naar het voorbeeld van van effen en fokke simonsz., stellen moet. Dut Ds. dorper door het verhaal van een droom aan zijne hoorders en hoorderessen - want de auteur trad eerst als spreker op, alvorens hij het gesprokene uitgaf - eene aanschouwelijke voorstelling heeft willen geven van het talrijke personeel, dat de tong niet weet in toom te houden en zich aan praatzucht, grootspraak, lastertaal, enz. schuldig maakt, behoeft naauwelijks herinnerd te worden. Door talrijke aan het werkelijke leven ontleende voorbeelden doet de schrijver niet alleen de verschillende soorten en verscheidenheden van het genoemde gebrek kennen, maar hij wijst tevens ook, in korte en treffende woorden, de middelen aan, waardoor de heerschappij over de tong kan herkregen worden. De door den schrijver, in zijne inleiding, gebezigde vergelijking van de tong met het roer van een schip is minder eigenaardig, en hij heeft zich waarschijnlijk tot die verkeerde beeldspraak laten verleiden door de bekende woorden van jacobus (iii vs. 4), minder juist op te vatten en toe te passen. Moge het boekje, gelijk het verdient, vele lezers en lezeressen vinden en uitgebreid nut stichten!
Gij hebt uit de couranten kunnen zien, lezer! hoe in Zwolle met succes een kluchtspel is vertoond, waartegen regts-ingang is verleend en later weêr ingetrokken. Men wilde dat er beleedigende personaliteiten tegen een zeker persoon in ten tooneele werden gevoerd. Dat kluchtspel van den heer kropveld heet Jonas de Bankroetier, en men heeft ons verzocht het aan te kondigen. Wij doen dat dan ook, en vergenoegen ons met te zeggen dat wij ons, wanneer er werkelijk personaliteiten in gevonden worden, begrijpen kunnen hoe de toeschouwers zich hebben kunnen amuseren, anders is 't ons een raadsel. |
|