betuigt geene geschiedenis of wetenschap te willen leeren, en dat hij zijn verhaal niet anders wenscht beschouwd te zien, dan als ‘het oppervlakkig spoor van een vlugtigen toerist.’ Hij erkent zelf dat, in ieder ander geval, de door hem aangehaalde woorden van f. wey, in diens boekje Les Anglais chez eux: ‘Là-bas, voir est peu; pénetrer, c'est tout’ - ook over dit zijn reisverhaal vonnis zoude spreken. Zoo willen wij dan niet vergeten, dat wij voornamelijk zijn uitgenoodigd om te zien, en - mits het met een bekwamen gids geschiede - is 't reeds belangrijk genoeg. De heer kneppelhout ziet goed: wij vertrouwen dat hij ook een even goede gids zal zijn, en dat het zijn hoogste streven zal wezen, om ons het door hem aanschouwde, zoo zuiver en onvermengd mogelijk, mede te doen aanschouwen. Wij volgen den reiziger in het vreemde land, niet om te weten wat hem daar elken dag wedervoer noch om zijne mededeelingen aan te hooren over hetgeen hij dacht en gevoelde op iedere plaats; - maar om te vernemen wat hij gezien en gehoord heeft, om dat mede te zien en te hooren, en zonder dat hij ons telkens voor het oog treedt. Het is goed van den heer kneppelhout, dat hij zich zelven niet aan zijne lezers opdringt, en ook niet over alle zaken in het breede uitweidt, maar zich met enkele fiksche, karakteristieke trekken tevreden stelt, de uitwerking in détails aan de verbeelding zijner lezers overlatende.
Mogt hij zijn boek voltooijen, zoo, dat het den naam des schrijvers tot eere verstrekte, dan zou ook aan onze letterkunde eene dienst zijn bewezen. De heer kneppelhout wijst er op - en te regt - dat er in onze taal weinig over Engeland bestaat. Reizen en reisjes langs den Rijn, in Zwitserland, in Italie - wij tellen ze in overvloed; en wij kennen al de phrases toutes faites, waarvan ieder die naar deze landen gaat, een behoorlijken voorraad opdoet. Maar wie geeft ons in 't Hollandsch een degelijk boek over Engeland, een boek als emerson's English Traits of als leon faucher's Études, - om van vele anderen te zwijgen? De heer kneppelhout stelt zijn doel niet zoo hoog: het ware dus onregtvaardig, om zijn werk met dat van genoemde mannen te vergelijken, en wij zullen hem dankbaar zijn, als hij ons een getrouw, levendig beeld weet te geven van het uitwendige voorkomen van dat merkwaardige land. Moge zijn geschrift dan anderen onder