gevallen een uittreksel gegeven. De tractaten en stukken zelf worden in chronologische orde (en met een doorloopend No. aangeduid) medegedeeld. En zoo behelst dit eerste deel, te beginnen met de territoriale schikkingen en constitutive acten in 1813, tot aan de conventie van 25 April 1818 tusschen de vijf groote mogendheden, waartoe Nederland toegetreden is, 67 Nos., terwijl het geheel 374 Nos. zal behelzen. Met nog twee of drie deelen, waarvan de copij gelukkig reeds gereed schijnt te zijn, berekent men het geheel werk voltooid te hebben.
Het aantal Nos. in dit deel vervat is zoo gering wegens de aanzienlijke ruimte die het belangrijke voorwerk inneemt. Ook hierdoor heeft de Heer lagemans een zeer verdienstelijk werk geleverd. Bij wijze van inleiding opent hij zijn werk met een overzigt van alle getroffen overeenkomsten, naar de verschillende rubrieken ingedeeld. En al wil hij dit niet laten doorgaan voor een ‘traité complet du droit international Neêrlandais’, bezwaarlijk zal men een zoo duidelijk en volledig overzigt van onze internationale transacties over elk onderdeel van het volkenregt, in zoo beknopt bestek vinden. Het is keurig en doelmatig bewerkt. Om eindelijk het naslaan op alle mogelijke wijze gemakkelijk te maken, zijn twee lijsten van alle medegedeelde stukken, ééne naar de alphabetische orde der verschillende Staten en ééne in dezelfde chronologische orde als de stukken elkander volgen, reeds in dit eerste deel voorop geplaatst.
Natuurlijk heeft de Heer l. besloten om zich van de taal der diplomatiek, de Fransche, te bedienen, en, daar het gemakkelijker is over het Fransch van een ander te oordeelen, dan het zelf te schrijven, mogen wij er bijvoegen, dat wij het nog nooit beter van een Hollander gezien hebben.
Zoo heeft dan de Heer lagemans door eene taak op te vatten, waartoe hij volkomen berekend was, en zich de moeite te getroosten van wat niet in allen deele een aangename arbeid genoemd kan worden, - een werk geleverd, waaraan voor de regtsgeleerde en historische wetenschap gelijkelijk behoefte bestond. Dat een ruim debiet en de verdiende toejuiching hem en zijn uitgever tot het spoedig voortzetten van deze hoogst belangrijke uitgave aanmoedigen.