groote publiek van geen overwegend belang is, zullen wij de taalfouten maar niet aanwijzen, echter onder ernstig protest tegen de slordigheid in taal en stijl, die hoe langer hoe meer de meeste nieuwe schoolboeken ontsiert. - Is het dan zoo moeijelijk om de regels der grammatica in toepassing te brengen, of willen de Nederlandsche schrijvers het bewijs leveren, dat onze natie, wel is waar, op eene uitstekende wijze Fransche modes, Engelsch piëtisme en Americaanschen humbug weet na te bootsen; maar het der moeite niet waard acht, als het op zuiverheid in hare overschoone moedertaal aankomt, zich eene kleine inspanning te getroosten? Doch genoeg hiervan: men zoude alligt aan gemelijkheid, of lust tot vitten, de aanmerkingen toeschrijven, die ons de liefde tot de Nederlandsche taal, in de pen geeft.
Het Handboekje van den Heer witkamp heeft de eer een derden druk te beleven. Dit is voorwaar een teeken, dat het aan velen bevalt, en wij willen niets op den lof afdingen, dien het in velerlei opzigten verdient. Het draagt blijken van de trouwe naauwgezetheid en stalen vlijt van den Verzamelaar; desniettegenstaande is en blijft het, uit den aard der zaak, eene compilatie, welker waarde altijd moet blijven afhangen van de bronnen die men geraadpleegd heeft, en van de subjectieve meening van den gebruiker. Het bevat, behalve de aardrijkskundige beschrijving van Nederland en zijne koloniën, eene menigte wetenswaardige zaken, die men anders niet in dergelijke werkjes aantreft, als daar zijn eene nomenclatuur der voornaamste maatschappijen van kunst en wetenschap, geschiedkundige herinneringen, eene opgave van vermaarde gebouwen, gedenkteekenen, beroemde personen in alle vakken (geleerden, prozaschrijvers, dichters, enz.), voorbeelden van huisselijke (huiselijke?) en maatschappelijke deugden, enz. enz. Wij doorliepen het werkje met een klimmend genoegen, en stuitten hoogst zelden op iets, dat ons minder juist uitgedrukt voorkwam. Wij aarzelen dan ook niet om den arbeid van den Heer witkamp met volle overtuiging aan te bevelen, als een nuttigen gids voor allen, wien het niet geheel onverschillig is hun eigen dierbaar vaderland en zijne rijke koloniën te leeren kennen en waarderen.
Enkele misstellingen en uitlatingen heeft de Schrijver in eene lijst van bijvoegselen en verbeteringen aangegeven; het