volgt in de vierde Afdeeling de beschouwing van de houding en beweging des paards, welke wordt begonnen met eene vermelding van interessante proeven door morris en baucher omtrent het zwaartepunt en evenwigt op levende paarden genomen. Het zou deze aankondiging te uitgebreid maken, wanneer wij deze proeven hier wilden opnoemen; genoeg zij het dus, ze als zeer lezenswaardig en practisch nuttig te vermelden. Daarna overgaande tot de onderscheiden houdingen, ziet men door middel der houtsneden wat knienaauw, kniewijd is, wat een toontreder en dansmeestersstand is, wat koepokkig, voor- en achterpotig, enz. enz. is. De verschillende bewegingen worden over het geheel naauwkeurig beschreven, en de houtsneden zeggen u alweder wat een pas- of telganger, korte en gestrekte draf, linksche en regtsche galop, enz. is. Aan de gebreken in de beweging worden verder eenige §§ gewijd en dan overgegaan tot de kunstmatige gangen, als: het piaveren, de spaansche stap, passade, pirouette, piesade, balotade, croupade, capriool, lançade en de courbette. - De vijfde Afdeeling bevat: De tandenleer als het middel ter beoordeeling van den ouderdom des paards. Ook deze afdeeling is zeer lezenswaardig en zal den paardenliefhebber doen zien, dat men met eenige oplettendheid den ouderdom des paards zelfs boven de acht jaren (wanneer men gewoonlijk een paard ‘aftandsch’ noemt) vrij naauwkeurig kan nagaan. - De zesde Afdeeling, bevattende Eene beschouwing van het gedrag des paards, handelt over de temperamenten en over kwade gewoonten. - De zevende Afdeeling houdt in: Eene beoordeeling van den gezondheidstoestand van het paard, - ieder die belang in zijn paard stelt, ter lezing aan te bevelen. - De achtste Afdeeling bevat De verschillende bestemmingen des paards. Immers het beoordeelen of
het paard voor rij-, trek-, pak-, of fokpaard geschikt is, is van groot belang voor den houder. - De negende Afdeeling bevat Eenige beschouwingen over den koop en verkoop der paarden. Is er iets van belang voor dengene die genoodzaakt is paarden te houden, dan is het wel dat hij tot den aankoop de noodige kennis hebbe of dien aan iemand toevertrouwen kan, die, met die kennis toegerust, zich niet door de kunstgrepen van den paardenkooper late misleiden. - De tiende Afdeeling bevat: De hoofdgebreken van het paard. De vertaler zegt daarvan in eene noot, bl. 324: ‘... dit