Perseus, Jason, Theseus. Drie Verhalen uit het heldentijdvak der Grieken, door Ch. Kingsley. Uit het Engelsch door Dr. J.C. van Deventer. Dordrecht, P.K. Braat. 1858. In post 8vo. 4 en 186 bl., met gelith. titelplaat. Geb. in linnen. f 2-25.
Nette band, fraai papier, zuivere letter, doen wat moois verwachten. Ook het plaatje zal men wel lief vinden, zoolang men er niet aan denkt, dat die melkwitte jongman, in zijn dierenhuid gedoscht, en den flambard luchtig op den krullebol gezet, de geduchte Gorgonendooder was. Niet minder zal de naam van kingsley de verwachting hoog spannen, gelijk ook de woorden in de voorrede, dat de vlugge pen des begaafden schrijvers zich tot taak gesteld had, om ‘het dwaalbegrip te keer te gaan’ van hen, ‘die maar al te zeer geneigd zijn, om den neus op te halen voor de Grieksche godenleer, alsof het (zij) een zamenweefsel was van allerlei dwaas- en ongerijmdheden.’ Maar lieve hemel! hoe zal dit boekje dat dwaalbegrip te keer gaan? Perseus' omzwervingen, de togt der Argonauten en theseus' heldendaden worden er in verhaald, eenvoudig, zeer eenvoudig verhaald, zooals men het aan zijne kinderen doen zou, - dat is te zeggen ik niet, want ik zou zulke mythologische ongerijmdheden nooit aan mijne kinderen verhalen. Maar meer wordt ook niet gedaan.
Zeer aardig weet kingsley's verbeelding hetgeen hij verhaalt te sieren, zelfs heeft hij iets antieks in toon en stijl misschien onwillekeurig er in gebragt, maar dat vermeerdert de geschiktheid voor kinderen, zelfs voor ongestudeerde jongelieden nog niet.