en geen woorden, piëteit in den echten, eerbiedwaardigen zin van het woord, zijn de grondslagen, waarop een arbeid werd aangevangen, die velen ten rijken zegen kan wezen.
Mabel vaughan is een meisje, waarop wij gaarne iedere dochter en zuster als een navolgingswaardig voorbeeld zouden willen wijzen. Geloof daarom niet dat het natuurlijke der figuur lijdt onder de degelijkheid die aan het karakter blijkt eigen te wezen; integendeel, hoe sterker het Christelijke element zich bij haar ontwikkelt, hoe meer 't bij hare daden en woorden op den voorgrond treedt en in 't oog springt, des te natuurlijker en eenvoudiger schijnt zij ons; waar zij zich in de wereld beweegt, verliest zij haar oorspronkelijke, zuivere en eenvoudige karakter niet; waar zij buiten de wereld zich plaatst en alleen leeft voor een kleinen huiselijken kring, haar wereld nadat zij tot een regt begrip harer pligten kwam, ontwikkelt zich dat karakter, om haar eene vrouw te doen worden, die voor haren kring ten zegen en voor hare sekse ten sieraad was.
Mabel had in hare jeugd de groote, heerlijke les van het leven, die ‘liefde’ heet, geleerd. De wereld deed haar die gedurende weinige maanden voorbijzien, maar 't hart en 't geweten vonden er geen vrede bij. Zij keerde terug van waar zij uitging, en offerde zelfzucht op aan liefde tot den naaste. Zoo werd zij de steun van een zwaar beproefden vader, wiens grijsheid troost en hulp zocht bij zijn kind; zoo werd zij de goede engel van een loszinnigen broeder, dien, - al koste het haar veel strijd en in den beginne veel teleurstelling, - zij toch eindelijk mogt terugbrengen tot de kudde, waarvan hij zooverre was afgeweken, omdat nimmer een goede herder het dolende, bijna verloren schaap had gezocht; zoo werd zij de moeder van de kleine weezen harer zuster, aan wie de wereld altijd te hooge eischen had gesteld, dan dat ze die van haren moederpligt zou hebben kunnen bevredigen; zoo ging zij zegenend rond te midden van armen en kranken, van dwalenden en beproefden, die zij heenleidde naar de fonteinen des levenden waters, als een gering dank-offer voor wat de arme, kleine rosy goeds aan haar bewees, toen zij door haar voorbeeld mabel tot een regt bewustzijn van haren pligt bragt.
Een mijner vrienden schreef mij juist heden over dit uitmuntende boek: ‘Ik dank u zeer voor de lectuur van nevensgaand boek. Wij hebben het met klimmend genoegen gelezen.