Eene kunstig gewevene, niet alledaagsche en tot het eind flink volgehouden intrigue; een losse, bevallige, dikwerf schilderachtige stijl, die zelfs hier en daar de meesterhand verraadt; menschkundige ontwikkeling der karakters; een uitmuntend groeperen der feiten, geven aan dit ‘doode Geheim’ alle aanspraak op de qualificatie van een ‘boeijenden roman’. Als zoodanig bevelen wij hem ook met ruimte, vooral aan Leesgezelschappen, aan. Wie echter iets meer eischt dan de Fransche romantiek van den dag - uitgenomen een souvestre - vermag te geven, wie begeert na te denken, wanneer hij een boek heeft digtgeslagen, en wie 't niet alleen te doen is, om door lectuur zich te ontspannen van meer ‘ernstige’ bezigheden - een ongelukkige, geijkte term, alsof 't lezen van een goeden en degelijken roman geene ‘ernstige’ bezigheid wezen kon, waarbij nagedachte niet overtollig is, en verstand en hart beiden worden gevoed - hem moeten wij de kennismaking ontraden met een arbeid, waarmeê de meeste lezers stellig hoog zullen loopen. Want hem zal 't wezen als Ref., die zich wel den tijd niet beklaagde, aan de lezing van ‘het doode Geheim’ gewijd, maar die toch ook niet van harte zeggen kon, dat dit uur van ontspanning geen verloren uur was, waar 't geheel werd ingenomen door eene lectuur, die alleen zijne gedachten afleiden, maar niet die op iets degelijks vestigen, of tot nadenken stemmen kon, omdat ze nieuwe denkbeelden in het leven had geroepen.
Waar 't een roman geldt, zal slechts de minderheid in Ref.'s opinie ten deze deelen. Al zou hij 't gaarne in waarheid gelooven, dat door den tijd zulk eene meening die der meerderheid worden zal, acht hij voor 's hands zich niet geregtigd zijne afkeuring uit te spreken over een boek, dat hij in allen opzigte prijzen zou, ware 't niet dat hij 't genre waarin het geschreven werd, veroordeelde. Wie met dat genre vrede heeft, hem verzekeren wij, dat hij met een chef d'oeuvre van die rigting der nieuwere romantische school kennis zal waken. Bovendien beveelt ook deze uitgave van de firma van hulst en zoon zich door eene goede vertaling en eene nette uitvoering aan.
o. Nov. 1858.
l - e.