Herinneringen uit het openbare en bijzondere leven (1799-1858) van Mr. H.G. Baron Nahuys van Burgst, Generaal-Majoor, Oud-Raad van Neêrlandsch Indië, Kommandeur der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Ridder der Militaire Willems-Orde en van het Legioen van Eer. Met portret en facsimile. Te 's Hertogenbosch, bij Gebroeders Muller. 1858. In gr. 8vo. 272 bl. f 2-90.
Niemand zal beweren, dat het langdurige leven van wijlen den Baron nahuys niet veel belangrijks omvat, dat ten volle de eere der beschrijving waardig is, en wanneer wij de Herinneringen welke hier voor ons liggen, nagaan, dan wordt ons dikwijls bewondering en eerbied afgeperst voor de bekwaamheid, dapperheid, eerlijkheid van den overledenen Generaal-Majoor; ook erkennen wij dan gaarne, dat door hem veel gedaan is ten nutte en voordeel van het vaderland. En toch is er in dit boek iets dat ons niet aanstaat, dat ons mishaagt. Deze Herinneringen zijn door nahuys zelven geschreven; zij vormen eene soort van auto-biographie, waarin eene groote ingenomenheid met zich zelven doorstraalt, waarin aanhoudend uitdrukkingen van bewondering omtrent zich zelven voorkomen, en wel in die mate, dat het stuitend en hinderlijk voor den lezer is. En somtijds valt op die zelf-bewondering wel wat af te dingen. Wanneer wij een blik slaan op de geheele carrière van wijlen den Baron, dan stemmen wij volkomen toe, dat zijne bekwaamheid en goede hoedanigheden grootelijks hebben bijgedragen om die te doen zijn, wat zij geweest is. Maar de positie van den schrijver, zijne connectiën, zijne dikwijls niet prijzenswaardige waagzucht, zijn ongevraagd en opgedrongen dienstbetoon aan de regering hebben daarin ook groot aandeel gehad. - Wanneer nahuys spreekt van de onbaatzuchtigheid waarmede hij het vaderland zijne diensten bewees, dan is dit in sommige opzigten maar wear; ja, geld was bij hem het doel niet van het streven, maar er is eene andere baatzucht, dan die in alles handelt