men van een boekhandelaar-uitgever mag verwachten, dat hij in zijne betrekking tot de letterkunde nog iets anders en hoogers ziet, dan dat hij eenvoudig laat drukken, verzendt en uitgeeft rijp en groen, goed en slecht, solide en oppervlakkig - om 't even wat, als het maar een boek is. Wij hadden dan ook zoo iets van de Heeren de breuk en smits te Leiden verwacht; maar de vergelijking van deze beide boekjes heeft ons doen zien, dat zij òf deze geschriften niet vooraf hebben gelezen, òf er eenvoudig op los uitgeven, om 't even wat. Huis en Hart toch is eene bloemlezing uit wijlen Mevr. kleyn, ockerse, en de vorm der schriften van die in haren tijd uitmuntende vrouw moge hier en daar een weinig verouderd zijn, - zulks betreft vooral de inkleeding, en wanneer men van dat kleed tot het wezen der zaken doordringt, zal men een warm godsdienstig gevoel en ware, christelijke levenswijsheid aantreffen, waarbij men het welligt een weinig te sterk gekleurde, b.v. van eene speelpartij, om de goede bedoeling gaarne vergeeft. De Paradijs-Beelden daarentegen zijn eene vrucht van dat ziekelijke Methodistische piëtisme, dat met dogmatische vormen speelt, zooals de Engelsche godsdienstige letterkunde eene menigte vodden oplevert, die, helaas! met een ijver, eener betere zaak waardig, door... en door... worden in het licht gezonden, doch die wij op de pers, of eigenlijk bij de uitgaven van de firma, die Huis en Hart aanbiedt, niet zouden hebben gezocht. Het ligt voorwaar niet binnen de grenzen, die zich een Tijdschrift van zoo algemeene strekking als de Vaderl. Letteroefeningen stellen moet, al den onzin aan te wijzen, die hier wordt uitgestald, door valsche overbrenging, gezochte toepassing en holklinkende beeldspraak. Een schrijver, die in ezechiël's gezigt van de wateren des Tempels
(Ezech. xlvii:12) eene voorspelling ziet van de zegeningen des Evangelies (bladz. 8), wordt waarlijk niet valsch beschuldigd, indien men hem gebrek aan eene verstandige schriftverklaring, de bron van elle goede voorstelling van Bijbelwaarheden, te laste legt. Nog ééne proeve: ‘Er is eene teedere plant, veracht en gesmaad door de menschen, maar bekend bij God en in het Evangelie bekend gemaakt, die in staat is u te genezen. Het is de balsem van Gilead - het volbragte werk van den Immanuël’, enz. (bladz. 12).