geweest om die effata, door rinkes zoo losjes daarheen geworpen, één voor één door bewijsplaatsen te ontzenuwen. - Maar de uitslag is dan ook aan die moeite geëvenredigd. Het is zoo, ik geloof, dat ook de Heer epkema wel eens te ver is gegaan, door al wat in deze oratio voorkomt te willen in bescherming nemen, alsof het zóó moest en niet beter kon gezegd worden. Ook bij de philologen vindt men wel iets van theopneustie. Enkele vreemdheden in deze oratie, die mij altijd gehinderd hebben, schijnen mij nog niet ten volle opgehelderd te zijn. Maar over het algemeen is het doel, waarmede hij schreef, volkomen bereikt. Duidelijk en voldingend heeft de Heer epkema bewezen, dat bijna alle aanmerkingen door rinkes tegen stijl en habitus dezer oratie gemaakt, temere atque inconsiderate ter neder zijn geschreven, en dat hij dikwijls den rhetor, dien hij uitlacht, verkeerd heeft begrepen. Het is in een woord wat de Franschen noemen une exécution, en wel eene zeer strenge.
Het is niet te ontkennen, aangenaam is het niet om te lezen, hoe hier de jongere door den oudere telkens vinnig op de vingers wordt getikt, hoe hem al de bespottende epitheta, die hij den zoogenaamden rhetor in het aangezigt werpt, met woeker worden teruggegeven, hoe zijn spreken garrire in plaats van docte disserere wordt genoemd, hoe hij eigenlijk niet veel beter wordt behandeld, dan een ondeugende schooljongen. Maar men moet ook niet vergeten, dat de onbegrijpelijke ligtzinnigheid, losheid en de aanmatigende toon, waarin het Academische proefschrift over zulk een gewigtig onderwerp handelde, niet anders konden doen, dan tegen den schrijver, die zich zoo zeer heeft blootgegeven, innemen. Epkema begint met het ronduit te erkennen, dat het zijne indignatio had gewekt, en, mag het hem euvel worden geduid, dat hij even weinig ontzag voor r. heeft als deze voor cicero? Misschien had hij achterwege kunnen laten, om r. ook over zijne Latiniteit hard te vallen, die hier en daar wel eens sporen van haastige bewerking verraadt, maar mij toch anders zoo slecht niet voorkomt. Maar dat hij zulk een krachtig protest inbrengt tegen de wilde, onhollandsche afbrekingswoede, waarin eene zekere rigting hare geleerdheid stelt; dat hij het doet met zulk een ferm geschreven, degelijk stuk; óók dat hij het doet zonder praal van geleerdheid, maar met een schat van kennis, - wij kunnen niet