hij onlangs met een reuzenhond Engelands bewondering kwam opwekken. Dit beest, Prince genaamd, is het eigendom van een Mijnheer fr. butler van New-York, en heeft zelfs de belangstelling der koninklijke familie te Windsor kunnen opwekken. Hij is nagenoeg een Nederlandsche el hoog, en 2,36 Nederl. el lang, weegt ruim 90 Nederl. ponden, en is naauwelijks een jaar oud. Wanneer de eigenaar in zittende houding den hond voor zich neemt, kan hij de knieën onder het beest steken, en komen de hoofden van den hond en den Amerikaan op gelijke hoogte. - Het moet een zeer hondsch klimaat in Amerika zijn.
Er is nog brandstof genoeg in den kelder. - Wanneer men hoort, wat ontzettende menigte van steenkolen er noodig is, om den gloeijenden mond der hedendaagsche Industrie open te houden, dan zou men ligt bezorgd worden, dat de voorraad, in den schoot der aarde ingemaakt, eenmaal uitgeput mogt worden. Vooral komt die gedachte ligt op bij den veenstekenden en - stokenden Nederlander, die reeds zulk een groot deel van het lieve vaderland op de aschhoop heeft geworpen, en dus weet hoe veel eene aanhoudende consumptie wegneemt, als er geene jaarlijksche productie tegenover staat.
Wanneer men echter hoort, hoeveel er volgens de nieuwste berekeningen (die meer vast zijn, dan men oppervlakkig denken zou) nog aanwezig moet zijn, dan wordt men geruster. Het verbruik is voorzeker zeer groot: jaarlijks levert
Engeland |
65 millioen ton steenkolen, |
de Vereenigde Staten 8 tot |
9 millioen ton steenkolen, |
België |
5 millioen ton steenkolen, |
en Frankrijk |
4,600,000 ton steenkolen, |
terwijl ik van Pruissen, Bohemen, Saksen, Spanje en Rusland nog zwijg (om de gewigtige reden, dat ik het niet weet). Ik ben beleefd genoeg, om te onderstellen, dat de lezer weet, dat een ton nagenoeg 1000 Nederl. ponden is; - dus worden er in de genoemde landen een 82 duizend millioen pond jaarlijks uitgegraven, en over de geheele wereld nog meer verbruikt. - Maar nu moet men hooren, welke uitgestrektheid de koolbeddingen beslaan. In Europa rekent men, dat een terrein van 50,000 vierkante kilometers (zegge 5 millioen bunders) met beddingen is voorzien, en in Noord-Amerika alleen nog 10 maal meer. Dooréén genomen kan men rekenen, dat de verschillende lagen onder elkander (dikwijls meer dan 20) te zamen wel eene dikte van 7 Nederl. ellen beslaan, dus op ieder bunder 70,000 kubiek ellen, dat is op de 55 millioen bunders van Europa en Noord-Amerika niet minder dan 3,850,000 maal millioen kubiek ellen. Gesteld nu, dat het gewigt gelijk is aan dat van water, dan levert ieder kubiek el op 1000 Nederl. ponden. Het getal ponden wat wij zoo krijgen, noem ik maar niet, om den lezer niet in de bilioenen en trilioenen te doen verdwalen.
En nu zijn de andere werelddeelen nog niet eens medegerekend. Mogt dat alles eens opgestookt zijn, nu, wie weet wat men dan al weder heeft gevonden, en in allen gevalle, hier is het niet ligtzinnig om te zeggen: ‘wie dan leeft, dan zorgt!’