meer dan ooit, den (?) prikkel bestaat om zijne theoretische en practische kennis der exercitie-reglementen te vermeerderen met het overige, niet minder belangrijke gedeelte van den krijgsmansstand....... Welnu! stellen wij hem daartoe in de gelegenheid, zij het dan aanvankelijk zeer oppervlakkig.’ Zonder nu den Schrijver er hard om te vallen, dat hij een exercitiereglement voor een gedeelte van den krijgsmansstand houdt, zou ik wel eens willen weten, op welken grond hier beweerd wordt, dat er voor den schutter-officier nu, meer dan ooit, die genoemde prikkel bestaat, - en vervolgens Kapitein glimmerveen in gemoede afvragen: of hij meent door de uitgave van zijn Zakboekje dien prikkel der schutter-officieren te versterken, te matigen of weg te nemen? Het is mij niet mogelijk geweest grond te ontdekken voor het bestaan van meergenoemden prikkel, evenmin als ik heb kunnen bespeuren waartoe de Heer g. dit Zakboekje eigenlijk heeft uitgegeven. Er is niets in, dat den officier der Nederlandsche schutterij direct betreft; zelfs wanneer hier voor den infanterie-officier in 't algemeen geschreven was, zou bij veel oppervlakkigs in het noodige, in dit boekje nog meer gevonden worden, dat overbodig kan genoemd worden. De schutter-officier heeft b.v. niets te maken met de vervaardiging van infanterie-patronen en slaghoedjes, met de behandeling van het geschut, met duurzame versterkingskunst, de pionniers-dienst, de pontonniersdienst, met de wijze van vechten van kavallerie tegen kavallerie, van artillerie tegen artillerie, van kavallerie tegen artillerie, enz., allerminst met de hoogere taktiek of strategie. Daarenboven, lezer! hoe vindt ge in een zakboekje de plaatsing van hoofdstukken over de ‘trapsgewijze invoering en verbetering der vuur- en blanke wapenen, van af de vroegste tijden’, over den oorsprong en verdere
ontwikkeling der veldverschansing, over de geschiedenis der taktiek, van af de vroegste tijden?
De Heer glimmerveen heeft, naar mijne meening, met het zamenstellen van dit geschrift een noodeloos en nutteloos werk verrigt; voor iemand die iets van de militaire wetenschap begeert te leeren kennen, is het Zakboekje veel te oppervlakkig, en voor den schutter-officier, die alleen te weten wil komen, wat hem voor zijn dienstwerk noodig is, is het met te veel overtollige zaken opgevuld.