en ingevingen te rade ging of later met de geesten zijner afgestorvenen verkeer dacht te houden, gemakkelijk vergeven; doch bij onzen landaard - die het onder zijne voorregten tellen kan, dat zijne vroegere en hedendaagsche mysticisten, eene anna maria van schurman b.v., bijkans allen van uitheemschen bloede waren en zijn - mogen diergelijke fantasmen er zonder strenge contrôle niet door. 't Is over 't geheel eene feil in de meeste en met name ook in onze jongste Nederlandsche biografen - ik zal u slechts aan schotel's A.M. van Schurman, of aan van berkum's Labadie en Antoinette Bourignon behoeven te herinneren -, dat zij met terzijdestelling van een onbevangen, waarheidlievend oordeel hunnen held of heldin, feilbaar mensch gelijk wij allen, in een engelrein licht trachten te stellen, en zich daardoor - inzonderheid ten opzigte van het ziekelijk-mystisch element - niet zelden laten verleiden om wat òf onbereikbaar, òf laakbaar is aan hunne lezers als model voor te stellen, en dienvolgens een òf ontmoedigenden òf schadelijken invloed op hen te oefenen. Eene opmerkelijke, ofschoon door Schrijver en Vertaler niet opgemerkte, waarschuwing tegen de uit mysticisme voortvloeijende en tot separatisme leidende oefeningen vonden we in deze bijzonderheid uit o.'s leven, dat het éénige, wat hem niet gelukte, wat hij naauw drie jaren in stand hield en toen zelf als niet meer met Gods wil overeenkomstig opgaf, de stichting was van een godsdienstig gezelschap in zijne gemeente.
Wel verre nogtans dat wij dit een en ander aanteekenen om het debiet van een voor waarachtige leering en stichting zoo overkostelijk boekje tegen te gaan, doen we het veelmeer omdat we hoop koesteren op eene tweede - en dan ook herziene - uitgave. Aan den bekwamen, verlichten, volijverigen Evangeliedienaar, uit wiens hand wij de eerste ontvingen, ware gewis ook die tweede met hare wijzigingen en toevoegselen best aanvertrouwd geweest; doch hij is reeds heengegaan, waar hij met oberlin de mindere, maar wèlvolbragte aardsche taak met eene hoogere hemelsche moge beloond zien!
Kan overigens de inhoud van dit geschrift den toets der kritiek doorstaan, het uiterlijk evenzeer. Eene nette letter en dito papier, een keurige band, zuivere correctie, en - wat bij biografiën nimmer ontbreken mogt en toch wel eens ontbreekt - een wèluitgevoerd portrct met facsimile, en op den