stukje een vreemdeling is in zijne eigene taal. Ergerlijke taalen stijlfouten springen op menige bladzijde in het oog. Waarom nemen zulken, die hunne taal niet verstaan, en toch de literatuur met hunne grootere of kleinere geschriften willen vermeerderen, niet de moeite, hun werk door eene bekwame hand te laten overzien? Hunne stichtelijke boekjes zouden er niets minder, integendeel veel meer stichtelijk om zijn.
Mr. o. van rees aanvaardde zijn Hoogleeraars-ambt met eene Redevoering over de Staathuishoudkundige Geschiedenis van Nederland. Het behoeft geen lang betoog, dat die redevoering, welke toch geene dagen mogt duren, en dan nog zooveel mooije toespraken aan viri Clarissimi, Doctissimi, Ornatissimi, Consultissimi moest bevatten, alleen een lossen blik over het onderwerp kon werpen. Wij zijn met genoegen die aanwijzing gevolgd, en wederom versterkt in de meening, dat onze voorvaderen in theorie al zeer slechte Economici waren, maar dat hunne praktijk toch alles behalve verwerpelijk was.
In het Maart-Nommer van de Vaderl. Letteroefeningen van dit jaar hadden wij 't genoegen de eerste en tweede Aflev. aan te kondigen van het Nieuw Handboek der Aardrijkskunde met geschiedkundige Aanteekeningen. Naar de voornaamste Geschiedschrijvers en Aardrijkskundigen bewerkt door h. frijlink. In gr. 8vo. 30 vel en 432 bl. f 3-60. Reeds toen meenden we uit de gegeven vier vel druks te mogen opmaken, dat ons hier een geschikt handboek zou gegeven worden bij 't voortgezet onderwijs in de aardrijkskunde: die meening is bevestigd geworden. Het volledige werk, dat we nu voor ons zien liggen, voldoet, naar onze overtuiging, aan de eischen, die men in dezen tijd, bij 't beoordeelen van zoodanig werk, doen mag. Zelfs heeft de ijverige en naauwkeurige Schr. door zijne Nalezing aan 't eind van 't boek, niet alleen gezorgd, dat eenige drukfeilen en kleine verzuimen verbeterd en hersteld werden, maar tevens al de na het afdrukken voorgevallen merkwaardige gebeurtenissen aangevuld, en daardoor zijn werk zoo volledig mogelijk gemaakt. Met belangstelling hebben we nu ook eenige van de geschiedkundige Aanteekeningen gelezen, die telkens de geographische beschrijving der verschillende landen en streken voorafgaan; mogten we, we zouden gaarne hier eens eene proeve van behandeling ook daarvan geven: 't zij voldoende te zeggen, dat de Schr. beknoptheid en zaakrijkheid heeft weten te vereenigen, en dat we telkens als we 't een of ander volgens den Bladwijzer opsloegen, voldoende inlichting gevonden hebben.
Met ruimte meenen we daarom dit werk den beoefenaren der Aardrijkskunde te mogen aanbevelen; ook prijs en uitvoering laten niets te wenschen over.
a.b.m.
Miskende Liefde, en Haar Morgen en haar Avond. Twee Novellen van j. chr. gewin. Te Sneek, bij van Druten en Bleeker. 1857. In gr. 8vo. IV en 332 bl., met gesteendrukten