Een Man uit het Volk; als voorbeeld hoe men door eigen vlijt en deugd tot rijkdom en aanzien kan geraken; voorgesteld in het leven van Benjamin Franklin, door F.A. Mignet. Naar het Fransch door Mr. G. Mees, A.zn. Een Volksboek. Te Deventer, bij A. ter Gunne. 1857. In kl. 8vo. 175 bl., met portret. f :-90.
In denzelfden geest als onze Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, schrijft de Akademie der Zede- en Staatkundige Wetenschappen te Parijs, jaarlijks prijsvragen uit, van wier beantwoording de verschijning van menig degelijk en nuttig volksboek het gevolg is. De verdiensten dezer Akademie en de waarde der onderwerpen, waarover zij eenig geschrift begeert uit te geven, worden in Frankrijk derwijze erkend, dat mannen als thiers, villermé, passy, damison en cousin 't niet beneden zich achten hun tijd en hunne krachten aan de beantwoording der prijsvragen te wijden.
Laatstelijk vroeg zij eene kritisch-historische biographie van benjamin franklin, wier beantwoording de beroemde staathuishoudkundige mignet voor zijne rekening nam en wiens arbeid dan ook de eer der bekrooning te beurt viel.
De Heer Mr. mees meende, dat, in weerwil van het vele goede dat wij over franklin bezitten, de vertaling van dit werk haar eigenaardig nut hebben kon. Na de kennismaking stemt Ref. dit den bekwamen bewerker - want de Heer mees deed meer dan vertalen - volkomen toe, en wij verheugen ons, dat ons volk door hem in de gelegenheid is gesteld met dit goedkoope en goed uitgevoerde boekske kennis te maken.
Deze uitgave heeft nog meerder waarde dan de oorspronkelijke, daar ook een gedeelte eener biographie van franklin door den Amerikaanschen geestelijke weld daaraan als aanhangsel is toegevoegd; zoo als 't boekske daar ligt hopen wij dat het evenmin op 't boekenrek in de huiskamer, als in volksbibliotheken zal ontbreken. 't Kan menigeen ten grooten zegen wezen.
De correctie laat hier en daar wel iets te wenschen over, en dit is jammer, daar de vertaling met zooveel zorg is bewerkt. Zoo vinden wij reeds op bl. 1: ‘onderregt’ in plaats van ‘onderrigt’; op bl. 2: ‘tegen het einde van karel de