't liefst in den romantischen of dichterlijken vorm kennis maakt.
Slechts zelden viel ons eene zonde tegen de waarheid of een vergrijp tegen de juiste voorstelling van eenig geschiedkundig feit in 't oog, en terwijl wij ten dezen den Auteur geen lof mogen onthouden, zoo moeten wij dien hem eveneens gunnen, waar 't geldt de stoffering van zijnen arbeid, omdat het historisch verhaal door dikwerf zeer curieuse en belangrijke anekdoten uit de dagen van 't hofleven ten tijde van den eersten napoleon aangenaam wordt afgewisseld.
We kunnen niet ontveinzen dat dit goed geschreven en over 't algemeen nog al redelijk wel vertaalde boek bij ons - die van eene historische biographie in den regel wel iets meer eischen, dan ons hier gegeven wordt - een aangenamen indruk heeft achtergelaten, die ons vrijheid geeft er met een aanbevelend woord melding van te maken, al heeft het ons omtrent de dikwerf zoo verschillend besprokene verhouding tusschen buonaparte en hortense in ons gevoelen bevestigd, dat de groote Keizer voor josephine's dochter wel iets meer was dan een stiefvader of een zwager. De Heer muhlbach was harer eer ten deze ook een wakker verdediger, maar 't mogelijke ‘qui excuse, accuse’ konden wij na de lezing toch maar niet geheel vergeten.
Op bl. 276 deelt de Auteur een woord van den knaap lodewijk napoleon mede, dat veelligt de man nog eenmaal tot waarheid zal maken.
‘O, mama!’ - zeide de zevenjarige - ‘ook ik zal eens over de Alpen trekken, zoo als de Keizer gedaan heeft!’
Muhlbach verhaalt ons niet of die uitdrukking historisch waar is, in allen gevalle hopen wij niet dat ze òf in den mond van den kleinen napoleon, òf in de pen van den Auteur profecij zulle behelzen. Zouden wij echter de mogelijkheid zoo verre moeten achten?
Zoo als wij hierboven reeds zeiden, de vertaling is over 't algemeen redelijk, meer echter niet. Vooral schijnt de juiste overbrenging van een pittig of puntig historisch gezegde 't fort van den Heer calisch niet. Bl. 95, reg. 3 v.o. en bl. 199, reg. 5 en 6 v.b., mogen 't bewijzen!
De uitvoering is zoo goed als de inhoud van dit welgeschrevene boek verdient.
O. Mei 1858.
L-E.