| |
| |
| |
Korte mededeelingen.
Zedelijke verbetering van Gevangenen. - Het lot der gevangenen trekt meer dan ooit in de laatste jaren aller aandacht tot zich, vooral sedert de vraag behandeld wordt, die nog altijd aanhangig is, omtrent de keuze tusschen de gemeenschappelijke en cellulaire opsluiting. Dit is echter reeds eene schoone vrucht van hetgeen daaromtrent door deskundigen verhandeld is, dat men algemeen tot het inzigt is gekomen, dat de gevangenis niet louter eene plaats van strafoefening, maar veelmeer eene plaats van verbetering wezen moet. Dat doel kan alleen door het Evangelie worden bereikt. Maar geen gemakkelijk werk is het, om het Evangelie op de regte wijze tot het verstand en hart der veroordeelden te brengen. Daarom verwachten wij veel goeds van een boekje bij van der meer en verbruggen te Rotterdam uitgekomen, getiteld: Godsdienstige Toespraken, gehouden in de gevangenis voor jeugdige veroordeelden te Rotterdam, door w. de vries, Godsdienstonderwijzer, met eene Voorrede van w. francken, a.zn. - De waardige Schrijver toont in de acht toespraken, die hij ons geeft, den juisten tact te bezitten, om tot zulke soort van hoorders een kort, eenvoudig en nuttig woord te rigten. Zijn arbeid in de gevangenis te R. blijve gezegend, en de proeven, in dit boekje openbaar gemaakt, mogen tot gebruik of tot handleiding strekken van menigeen, die de moeijelijke, maar schoone taak heeft te vervullen, om diep gezonken medemenschen tot nuttige burgers der maatschappij en tot boetvaardige Christenen te vormen.
De 8ste Aflevering des 3den Deels van het Woordenboek voor het Chr. Gezin is in 't licht verschenen, en bevat onder meer andere artikelen: Simson, door Dr. stricker; Sinaï, door Prof. kuenen; Spreekwoord, door Prof. veth; Spreuken, door Prof. kuenen (wel zeer degelijk, maar te zwaar, te geleerd; wij zagen liever niet in dit Woordenboek eene behandeling en wederlegging der jongste gevoelens van commentaren; wij hadden gaarne eene zelfstandige beschouwing van het Spreukenboek ontvangen) en wordt afgebroken midden in het interessant artikel Stam, Stammen. Wij verzuimen niet, als ons eene Aflev. wordt toe- | |
| |
gezonden, er melding van te maken. Ligt dat wij nog iemand tot de inteekening onpen! 't Wordt een voortreffelijk boek.
Een anonymus in eene brochure: Iets over Handel en Scheepvaart met betrekking tot Java, te Rotterdam, bij van der meer en verbruggen, 1858, brengt de gewone bezwaren ter sprake, welke door eenige handelingen van het Gouvernement, de Suikerwet, de Scheepvaartwetten, de Concurrentie van Engeland voor den handel en reederijen ontstaan. Die goed geschrevene woorden verdienen behartiging in een tijd, dat onze scheepvaart niet bloeit, Zonder deze toch zal het ons Vaderland nooit wèlgaan, en de kwijning der scheepvaart is een nagel aan de doodkist van elk goed Hollander.
Wie, die tegenwoordig ook maar eenigzins met Nederlandsche boeken zich ophoudt, kent die van den ouden Heer smits niet? De ‘Afdrukken van indrukken’, die hij met zijne vriend mulder te zamen tuitgaf, beleven een tweeden druk, bij d.a. thieme, te Arnhem. Die uitgave is keurig, en de prijs f 1-75. Wat zullen wij van den inhoud zeggen? De gustibus non est disputandum. WIj hebben er vrede mede, dat de satire of ironie of humor van de compagnieschap in ons Vaderland gehuldigd wordt: wij houden 't er voor, dat zin nuttige ontspanning geeft. Maar ons werd het bij de lezing wel eens wat raar om de maagstreek, hoewel zeer veel ons de aardige wijze van schrijven der Heeren deed bewonderen. Wij willen het zelfs geheel aan onze saaiheid toeschrijven, dat wij met den ouden Heer en zijn vriend nu niet zoo zeer hoog kunnen loopen. Ons oordeel mistrouwende, raadpleegden wij een zeer knap vriend, en die schreef ons: ‘Dat altijd aardige is wel wat eentoonig, enkele flaauwiteiten ontbreken ook niet; maar wien zouden ze wel niet eens uit de pen komen, die in dit genre schrijft? Over 't algemeen zij de aardigheden meer dan grappig, zijn zij geestig. En b.v. het derde stukje: over het een en ander dat de dichters schrijven, en poëzij (door mulder) is een regt goede inval.’ Kent gij, lezers! de ‘Afdrukken van indrukken’ nog niet, zoo moet ge erkennen, dat zij wel verdienen , dat gij onderzoekt, wien gij gelijk zult geven, ons of onzen vriend. - Kent gij ze wel, zoo zij u het berigt der verschijning van eene goedkooperc tweede uitgave welkom!
| |
| |
Thomas matulesia, het hoofd der opstandelingen op het eiland Honimoa, na de overname van het bestuur der Molukken door den Landvoogd jacobus albertus van middelhoop in 1817, bewerkt door j.b.j. van doren, Oud-Onder-Intendant der 1e Klasse van het O.I. Leger, Ridder der M.W. en v.d. Ned. Leeuw. Amsterdam, j.d. sijbrandi. 1857. In gr. 8vo. 188 bl., met gesteendr. titel en vignet.f 2 -: - Door dit aan den Hertog van saxen-weimar opgedragen werkje heeft de heer van doren een vernieuwd bewijs gegegeven, hoe hij niet ophoudt zich, zelfs op geklommen leeftijd, door zijnen arbeid ten opzigte van de geschiedenis onzer O.I. koloniën verdienstelijk te maken.
De opstand in de Molukken ten jare 1817 was ernstig genoeg, om eene afzonderlijke beschrijving te verdienen, en voor zoo ver wij over de waarheid van het te boek gestelde kunnen oordeelen, heeft de geachte Schrijver zich goed van zijne taak gekweten.
Stijl en uitvoering zijn goed; dezen arbeid meer gedetailleerd te bespreken, laten wij aan meer bevoegden over.
Gaarne wenschen wij den Schrijver en Uitgever een goede ontvangst van dit werkje toe, ware 't alleen om den eersten te nopen, nu en dan nog iets uit zijne aanteekeningen ten beste te geven.
O. Mei 1858.
L-E.
Bij p. van zweeden, te Groningen, kwam van de pers: Eenige punten der Zangkunst, toegelicht door s. meijer, Organist te Groningen. Wenken voor schoolonderwijzers, die hun examen willen afleggen. Dit boekje is 20 blz. groot. Een ieder, die eenig begrip van eenige wetenschap of kunst heeft, ziet terstond, dat het hier bij het aller-alleroppervlakkigste blijft - en dat er liever van onze aanstaande schoolonderwijzers geen examen in de zangkunst moest afgenomen worden, dan een, waarbij 't voldoende is, dat er van te weten, wat dit werkje geeft. Want is de examinator daarmede tevreden, dan behoeft de examinandus zich slechts één langen achtermiddag in de theorie der zangkunst geoefend te hebben. Meer tijd is er toch niet noodig om deze bladzijden uit het hoofd te leeren. Wij wenschten, dat de dagen voorbij waren, waarin muzijk en zang, die kostelijke middelen tot ontwikkeling voor het jonger geslacht, niet noodig geacht werden voor de opvoe- | |
| |
ders er van; want ieder zal ons moeten toestemmen, dat een licht als hier ontstoken wordt voor de onderwijzers, hen weinig kan verlichten en al eene zeer zwakke weêrkaatsing moet geven bij degenen, die door hen onderwezen worden.
Met een enkel woord kondigen wij Het Nachtegaaltje aan; Verzameling - zoo luidt de titel verder - van twee- en driestemmige kinderliederen voor scholen en huisgezinnen. Van beoordeelen kan hier geene sprake zijn. Genoeg, dat bij altmann en de vletter, te Rotterdam 20 liederen voor de jeugd zijn uitgekomen, waarvan de muzijk door onderscheidene componisten vervaardigd is. De tekst draagt veelzins onze goedkeuring weg; de muzijk zouden wij de schooljeugd zelve moeten hooren uitvoeren, om een regtmatig oordeel te vellen. In allen gevalle is de gelegenheid om met dit boekje eene proeve te nemen, niet moeijelijk, want ofschoon het 36 bladz. bevat - en wel keurige muzijkdruk! - zoo kost het toch maar 15 cents. De wenken ‘aan de jeugdige zangers’ die het werkje besluiten, doen ons vragen: Waarom zijn nog niet andere daarbij gegeven?
Neêrlands Schoolwezen, Jaarboekje voor Onderwijzers, Leden van 't Schooltoezigt, Gemeentebesturen en allen, die belang stellen in de zaak van Volks-Opvoeding en Volks-Onderwijs. Eerste Jaargang. Te Franeker, bij t. telenga. 1858. - Na de gewone mededeelingen van Almanakken, vindt men hier eene lijst van de Inspecteurs en Schoolopzieners en eenige opgaven betrekkelijk 't schoolwezen in Nederland, achtereenvolgens de Kweekscholen van Groningen, Leiden en Haarlem, de Oefenscholen te Leeuwarden en Assen en 't Nederl. Onderw.-Genootschap in aard en strekking doende kennen.
Dit alles beslaat ongeveer ⅓ van 't boekje; 't overige is aan Mengelwerk gewijd, waarvan wij, onder meer: ‘Een blik in 't verledene’ niet zonder belangstelling lazen; slechts vonden we den stijl hier en daar wat doctoraal en niet overal vrij van eene zekere zucht om knal-effect te weeg te brengen. - Die ‘Elegie ofte redering in versmaat van een' grijzen Schoolmeester tegen zijn' pennekoker’, vinden we meer kluchtig dan dichterlijk, en ware beter maar onder de Oeuvres inédites gebleven.
| |
| |
We hopen, dat een ruim debiet en vele degelijke bijdragen den Redacteur in staat zullen stellen de uitgave van zijn Jaarboekje voort te zetten - intusschen vreezen we wel een weinig voor 't lot van 't vroeger uitgegeven, daarna gestaakte, weêr uitgegeven en weêr gestaakte Jaarboekje, waarvan 't Voorberigt gewaagt.
Nouveau Livre de Lecture et de Traduction, destiné spécialement aux Classes inférieures des institutions de la Neerlande; par l.a. hissink, Directeur du Pensionnat Français Municipal, à Zutphen. Zutphen, w. thieme. 1858. In kl. 8vo. 5 vel in 75 bl. - Ref. had gedacht en gehoopt, dat de leesen vertaalboekjes à la engelberts gerrits, met de vertalingen, anders gezegd ezelsbruggen, aan den kant van elke bladzijde, nu voor goed van de baan waren, en dat de onderwijzers er in der tijd genoegzaam van verzadigd waren geworden om dergelijke niet te reproduceren - bovenstaande uitgave overtuigde hem, tot zijne teleurstelling, van het tegendeel. Ofschoon hij, alvorens verder dan de eerste bladzijde het boekje ingezien te hebben, overtuigd was hier goed Fransch te zullen vinden, daar de naam van den Schr. hem hiervoor borg stond, ging hij 't met weinig ingenomenheid verder na, aangezien, naar zijn oordeel, deze methode niet de regte is, en men op deze wijze eene nieuwe taal niet mag noch kan onderwijzen: niet mag, omdat het vertalen zoo doende in afschrijven ontaardt en eigen nadenken uitsluit; niet kan, omdat zulk een werktuigelijke arbeid geene vruchten oplevert.
Wel weet Ref., dat bij alle onderwijs de onderwijzer zelf 't levend element moet wezen, en de handleiding, die hij gebruikt, bijzaak moet zijn; eigen werkzaamheid van den leerling staat intusschen mede op den voorgrond, en er zijn zonder deze geene goede resultaten te wachten.
De keus der stukken getuigt overigens van tact in 't kiezen; zonder die woorden op den kant zou 't werkje zeer bruikbaar zijn.
Leitfaden zum richtigen Gebrauch des Dem und Den; des Mir und Mich; des Ihnen und Sie; des Vor und Für, u.s.w. der deutschen Sprache. Nebst einem Verzeichnisse der meis- | |
| |
ten Substantive, mit Geschlechtsbezeichnung und Declination; einer Liste von Adjectiven und Verben, welche anstatt eines abhängigen Casus mit Präpositionen verbunden werden; einer anschaulichen Darstellung der Wortfolge; einer Anleitung zu logischen Satz-Zergliederungen; kurzgefaszten Regeln über die Orthographie; und einer Anweisung deutscher Titulaturen. Zum Privat- und Schulunterricht von h. hartmann, Lehrer der deutschen Sprache und Literatur. Zweite, gänzlich umgearbeitete Auflage, Haag. Verlag von h. hartmann. kl. 8vo. 17v. en 200 bl. - Wel een lange titel, lezer! maar daar toch iets goeds op volgt. De heer hartmann heeft met zijn Leitfaden velen eene aangename dienst gedaan, daar hij, in een beknopt bestek, een tal van vragen beantwoordt, waartoe men anders lijvige Spraakkunsten en Woordenboeken noodig heeft. 't Is ons gebleken, dat jongelieden er zich gaarne en met nut van bedienen, om de vele zwarigheden, die zich onder 't vertalen in 't Hoogduitsch bij hen voordoen, uit den weg te ruimen. Men vindt hier toch niet alleen lijsten van de geslachten en verbuigingen der meest voorkomende gemeen zelfstandige naamwoorden, opgave der voornaamwoorden en werkwoorden, maar bovendien over al de rededeelen, de interpunctie, de ontleding, de titulatuur, eene menigte van opmerkingen, die, wanneer men slechts de inhoudstafel openslaat, de vertaling gemakkelijk maken.
Deze tweede, omgewerkte Uitgave bewijst dan ook, dat het boekje reeds zijn' weg onder ons gevonden heeft.
Wij ontvingen een paar goede kinderboeken, waarop wij ouders gaarne opmerkzaam maken. Willen zij in waarheid hunne kinderen spelende leeren, dan schaffen zij zich Een nieuw boek voor moeders aan, dat met zeer veel zorg te Arnhem bij d.a. thieme en h.a. tjeenk willink is uitgegeven à f 2-: - Wat zullen de oogen der kleinen glinsteren bij het zien van zulk een groot boek, dat reeds buiten op den stevigen omslag eene plaat met de sprekendste kleuren heeft! En met ééns bekijken zal 't niet afloopen; want de kinderen kunnen uit dit boek allerlei dingen leeren: de getallen, de kleuren, den verschillenden toestand waarin voorwerpen zich kunnen vertoonen, enz. enz. In één woord - dit boek is zeer aanbevelenswaardig - het leert de kinderen opmerkzaamheid.
Niet met zoovel ophef spreken wij van De Zwarte Man. Nieuwe knipsels met de schaar van karl fröhlich, zij het ook dat j.j.a. goeverneur er versjes en rijmen bijgeschreven heeft. Kwaad zijn deze niet, maar hij kan het toch veel beter - en knipsels worden toch ook gevoegelijker, op afzonderlijken bladzijden gedrukt, uitgegeven, dan zoo als hier in een boekje. De plaatjes zijn anders zeer aardig en geven tafereeltjes, die het kind moeten amuseren. De prijs is f :-90. |
|