blijft echter al wat over de genoemde wets-ontwerpen eenig licht verspreiden kan, of daarin leemten en gebreken aanwijst, van het grootste gewigt.
1. De hoogleeraar suerman ontwikkelt zijne bedenkingen tegen de nieuwe wets-ontwerpen op eene duidelijke en allezins humane wijze, en staat tot dat einde achtereenvolgens stil bij de vier soorten van Doctoren, die de concept-wet erkent, bij de geneesmeesters en handlangers, en eindelijk bij de provinciale artsen, de provinciaal-scheikundigen en de arrondissementsartsen, die, met een inspecteur aan het hoofd, het geneeskundig bestuur zullen uitmaken. Behalve het genoemde personeel worden er, naar behoefte, nog bijzondere inspecteurs erkend, terwijl er ook nog twee onderscheidene commissiën, eene geneeskundige en eene gezondheids-commissie worden voorgedragen. Daar nu deze en andere, tot de geneeskundige hiërarchie, de kunstoefening, de handhaving der geneeskundige politie, de geregtelijke geneeskunde enz. betrekkelijke vraagstukken onder de zeer betwistbare onderwerpen van den dag moeten gerangschikt worden, zoo heeft het onbedenkelijk veel waarde, daarover het gevoelen van een hoogst ervaren, in de praktijk grijs geworden geleerde, die daarenboven vijftig jaren lang lid der provinciale geneeskundige commissie voor Gelderland, en later voor Utrecht geweest is, te mogen vernemen.
2. De heer veegens staat in de eerste plaats stil bij de geneesmeesters, die in het wets-ontwerp, regelende de uitoefening der geneeskunst, als tweede geneeskundige stand, worden toegelaten, tot welk einde hij betoogt, dat die toelating inconsequent is met betrekking tot het aangenomen beginsel der wet, onverantwoordelijk met betrekking tot de regten der maatschappij, onwaardig met het oog op den rang van den geneeskunstoefenaar. De overige, niet ongegronde, bedenkingen van den schrijver hebben niet slechts op den verderen inhoud van het genoemde eerste Ontwerp, maar ook op Ontwerp 2, regelende de uitoefening der artsenijbereidkunst en den handel in geneesmiddelen en in heelkundige werktuigen, op Ontwerp 3, regelende het geneeskundig bestuur, en op Ontwerp 4, regelende het onderzoek naar de bekwaamheid van aanstaande geneeskunstoefenaars en apothekers, betrekking, en worden grootendeels in den vorm van aanmerkingen op de voorgedragene afzonderlijke wets-