der ingevings-theorie, een standpunt, waarvan de onhoudbaarheid hoe langer hoe meer aan het licht komt. Elk woord, schier iedere letter door de Evangelisten te boek gesteld, heeft bij hem gezag van waarheid. Zoo kan hij, omtrent het bijvoegsel van de hand van joannes afkomstig, (of volgens anderen, van den lateren redacteur des vierden Evangelies, die ook het 21ste hoofdstuk daaraan zou hebben toegevoegd), Joan. ii:21: ‘dit zeide Hij van den tempel zijns ligchaams’, hierbij kan stier aanteekenen: ‘dat de uitlegging van den heiligen Evangelist juist moet zijn door den heiligen geest, dat spreekt van zelf voor de geloovige kennis (kenners?) der Schrift, al ware het ook eerst werkelijk niet te verstaan.’ - Verder is hij niet tevreden met den eenvoudigen zin der woorden, maar tracht menigmaal nog een tweeden, een dieperen zin daaraan toe te voegen. De duiven, bij de tempelreiniging, zijn hem niet alleen offerdieren, zooals de schapen en runderen, maar ook, zinnebeelden des H. Geestes en - daarom worden zij door jezus met zachtheid behandeld. Het wonder op de bruiloft te Kana is hem eene openbaring van de heerlijkheid desgenen, die met den geest der kracht wilde doopen tot verkwikking in den nieuwen bruiloftswijn der eeuwige Genade!! - Bij het gesprek met nikodemus wordt aangemerkt, dat, hoe men ook denke over de wijze, waarop joannes dit gesprek vernam, toch altijd dit moet worden vastgesteld, dat hij door den Heiligen Geest, gelijk zijn gansche Evangelie, zoo ook dit hoog belangrijke hoofdstuk heeft geschreven, en dus niets wezenlijks, dat tot het volkomen begrip behoort, kan uitgelaten hebben; (is dit ook toepasselijk op de instelling van het Avondmaal? of behoort dit bij
stier niet tot het volkomen begrip van het Christendom?).
Deze voorbeelden zijn voldoende om onze meening te regtvaardigen, dat dit boek met veel oordeel des onderscheids moet gelezen worden. Wie over dergelijke steenen des aanstoots weet heen te stappen, zal zich beloond vinden, door een tal van schoonheden, die hij hier ontmoet. Vooral de bergrede verdient veler aandachtige lezing. - De vorm, waarin het werk is uitgegeven, beperkt het binnen een kleinen kring van lezers. De prijs van dit Eerste Deel is niet minder dan f 5-70, en het zal, zijn wij wèl onderrigt, nog door twee dergelijke Deelen worden achtervolgd. De uitgever had tot vermindering