Immers: het is altijd aandoenlijk, iemand het slagtoffer te zien van groven ondank en verachtelijken sluipmoord; hoeveel treffender is dit, wanneer zoo iemand een man is als willem van Oranje, die middelen en krachten, rust en genoegen, ja niet zelden vriendschap en achting ten beste des lands had opgeofferd; die de spil kon heeten, waarom zich alles bewoog; de eenige, die in staat was, om, gesterkt door God, zijn hoogen Bondgenoot, Spanjes woede te stuiten.
Komt, zien wij onder welke omstandigheden zijn dood voorviel.
Het tafereel verplaatst ons in den ingang van het gebouw, destijds door den Prins en zijn hofgezin bewoond, te weten: het St. Agatha-klooster te Delft.
't Is den 10den Julij, 's namiddags 2 ure. De Prins komt uit de eetzaal, en wordt aan den trap gewacht door zekeren persoon, die zich françois guyon noemt, en die hem reeds bij het gaan naar den disch om een paspoort gevraagd heeft, 't welk de Vorst hem nu overreikt. Maar, terwijl de snoodaard zich houdt, alsof hij het wil aannemen, krijgt hij een van zijne twee pistolen, en wel die met drie kogels geladen van onder den mantel en lost ze op den Prins, dien hij doodelijk treft.
De dierbare man heeft slechts den tijd om zijn laatsten wensch te uiten in deze gedenkwaardige woorden: ‘Mijn God! mijn God! ontferm u over mij en over uw arm volk!’ En alzoo waren zijne laatste zuchten nog gewijd aan hen, wier regten en vrijheden hij met goed en bloed had voorgestaan en verdedigd.
De Schr. houde voor eene tweede uitgave nota van de volgende drukfeilen, die ons in 't oog gevallen zijn:
1e St., |
bl. 66, |
wordt hem (egmond) den degen afgeëischt. |
|
bl. 78, |
werd den Heer warmen dank toegebragt. |
|
bl. 84, |
halstarrigheid. |
|
bl. 86, |
Met Italië, enz. werd sterken handel gedreven. |
|
bl. 88, |
Meerdere dichters en geschiedschrijvers, waaronder, enz. |
|
bl. 91, |
En waarlijk die hulp en een' bekwaam' aanvoerder waren, enz. |
|
bl. 95, |
Zien wij onder welke omstandigheden zijn' dood voorviel. |
|
bl. 95, |
pistolen of windroeren. |