De Schr. meende, dat de mededeeling zijner waarnemingen, op die plaatsen zelven genomen, niet onwelkom kon zijn, hetzij aan hen, die tot herstel van gezondheid hun vaderland voor eenigen tijd willen en kunnen verlaten, om zachtere oorden op te zoeken, hetzij aan zijne kunstbroeders in Nederland. Immers was het hem, ten gevolge van die reis, gebleken, dat men hier te lande nog niet naauwkeurig genoeg bekend is met de plaatsen, die hij bezocht, een verwijt - als het billijk zoo mag genoemd worden - dat echter, zoo als de Schr. in zijn werk met eenige voorbeelden aanwijst, zelfs toepasselijk is op diegenen, die in Parijs als autoriteiten over dit onderwerp geraadpleegd worden. Met naauwgezetheid gaat de Schr. na, welke gunstige invloeden iedere plaats op borstkwalen vertoont, wat de nadeelen zijn, die zij voortdurend of op sommige tijden oplevert. Ook de invloed van het verschil der localiteiten in ieder der bezochte plaatsen, of van bepaalde veranderingen, die dáár of in den omtrek plaats gevonden hadden, is het onderwerp van zijne nasporing geweest, en daarin vond hij veelal de oorzaak van het verschil in denkwijze over ééne en dezelfde plaats. De meteorologische waarnemingen, die in zoovele opzigten kunnen en moeten dienen om het oordeel over de meerdere of mindere geschiktheid van eene plaats voor borstlijders te bepalen, worden door den Schr. vermeld uit de naauwkeurigste opgaven en op hare juiste waarde geschat. Te regt waarschuwt de Schr. verder tegen schoonschijnende opgaven, al zijn ze niet met de waarheid strijdig, die somtijds door het eigenbelang verspreid worden, tot welke waarschuwing een couranten-artikel in L'Avenir de Nîce hem aanleiding gaf. Overigens is het werk niet alleen met het oog op borstlijders met vrucht te raadplegen, want telkens, wanneer de Schr. vermeld heeft, wat bijdragen kan om het oordeel over eene plaats te vestigen, beschouwt hij de vraag, op welke ziektetoestanden
het geheel van de daar aanwezige invloeden gunstig kan werken. Meer voor borstlijders in het bijzonder bestemd is het laatste Hoofdstuk, waarin de Schr. aanwijst, wanneer en in hoeverre verplaatsing naar zuidelijker streken nuttig kan zijn. Ons eindoordeel over dit werk is dus, dat het door lijders, voor wie een verblijf in die streken wenschelijk schijnt, vooral bij nadere toelichting van den kant van hun geneesheer, met vrucht kan geraadpleegd