Wat de Schr. van de bovengenoemde brochure bedoelt, is, daarop aan te dringen dat van regeringswege gezorgd worde voor eene goede toepassing van die regelen, welke de gezondheidsleer ons bewijst, dat niet straffeloos kunnen worden veronachtzaamd. Hij gaat de werking na, die men van bepaalde gezondheids-commissiën zou kunnen verwachten, de gunstige werking, die men in andere landen daarvan ziet, maar rekent die in het tegenwoordige wetsontwerp te regt niet genoeg verzekerd. Eindelijk gaat de Schr. na of de bedoelde zorg van regeringswege werkelijk is, wat zij, ‘in antwoord op de bekende circulaire van den Minister simons, door vele gemeenteraden genoemd werd onnoodig (dat is onnoodig in het algemeen), onwettig, overbodig (dat is overbodig, omdat er bereids in de behoefte zoude zijn voorzien), of het waar is, dat dat doel niet kan worden bereikt, dan met groote geldelijke opofferingen en met verkorting van de individuële vrijheid der ingezetenen.’
Onafhankelijk nu van het lot dat aan het bedoelde wetsontwerp te wachten staat en welks leemten de Schr. in betrekking tot zijn onderwerp aanwijst, met het middel om daarin te voorzien, achten we deze brochure der lezing en behartiging overwaardig. Over het geheel zijn daarin de denkbeelden uitgedrukt, welke de Groningsche geneeskundigen bewogen hebben een Adres te dier zake aan de Tweede Kamer te rigten. Mogten die gedachten de belangstelling ondervinden, welke zij zoo zeer verdienen!
z.
s.