minder is dan eene hypothese, waarmede men zich voor'shands behelpt. Intusschen kon de ongeoefende leerling er wel eens anders over denken, en zich scheeve voorstellingen vormen van den aard der verschijnselen, die tot dit gebied worden teruggebragt; terwijl hij, in verband met het voorafgaande, alligt zou meenen, dat wij met de woorden verwantschap, isomerie, polymerie, en wat dies meer zij, al bijster wat verklaarden. Wanneer men geene betere definitie van katalyse geeft, en geene andere toepassing bijbrengt dan het hier aangehaalde voorbeeld van het waterstofsuperoxyde, dat in zijne bestanddeelen wordt ontleed, wanneer men er een edel metaal in steekt, moest men het stokpaardje van den grooten berzelius maar stil laten rusten.
Bl. 20 heet schönbein: de uitvinder van het Ozon. Bl. 125 wordt den leerling de vraag voorgelegd: ‘Wie was de uitvinder van dit metaal?’ (het magnesium). Wel mogen we hier met het oude moedertje zeggen: ‘wat vinden ze al niet uit!’
Bl. 26 is bij de vermelding der ontdekking van het waterstofsuperoxyde de drukfout 1848 (voor 1818) ingeslopen.
Bl. 27 staat: rutherfort, lees: rutherford.
Bl. 44 vinden we: kadmium; bl. 183 wordt gelezen: cadmium.
Bl. 93 worden kalihydraat en potasch (potassa) met elkander verward. Laatstgemelde naam komt alleen toe aan het kalium-oxyde (K O).
Bl. 101 wordt ten onregte beweerd: ‘dat men tot de aanwezigheid van natronzouten in oplossingen door de negatieve reacties van wijnsteenzuur en chloorplatinum besluit.’ Eene vermelding der positieve reactie van de antimoniumzure kali ware hier op hare plaats geweest.
Bl. 110 wordt gesproken van: zwavelwaterstof-ammonium. Beter en meer overeenkomstig de zamenstelling ware: zwavelwaterstof zwavel-ammonium.
Bij de alcali-metalen is met geen enkel woord van het Lithium gewag gemaakt. Evenmin worden later het Titanium, Wolframium, Vanadium, Molybdenum, Paladium, Iridium, enz. vermeld.
Bl. 122 verneemt men: ‘dat het fluoorcalcium in de overblijfselen van schepselen uit de voorwereld wordt aangetroffen.’ Toch ook wel in de beenderen der thans levende dieren?