het laatstgenoemde verhaal vonden wij het tooneel, waarin de te Amsterdam gebruikelijke wijze om een verloren kind te zoeken, wordt geschetst, eenige der beste bladzijden van dit werk.
Dat de Auteur in Amsterdam t'huis is, blijkt uit zijne schets ‘Amsterdam in 1813’, die zoowel door eene levendige voorstelling der feiten, als door een zigtbaar vasthouden aan de historische waarheid, eenige waarde erlangt. ‘Willem de clercq en thomas ainsworth te Hengelo in 1830’ bevat het verhaal eener toevallige ontmoeting tusschen die edele en bekwame mannen, wier gesprek in eene dorpsherberg den grondslag legde tot de oprigting der calicots-weverijen en de geheele industrie van het landschap Twenthe.
Waar wij dit laatste vijftal verhalen dus gaarne aanbevelen, daar hebben wij minder vrede met het eerste vijftal, 't welk ons wordt aangeboden. 't Zijn toevallige ontmoetingen, gesprekken, hinderpalen op iemands weg geplaatst, het noemen van een naam, op eene plaats, waar men dien vreemd meende, en meer dergelijke, die hier voorgesteld worden als tot uitkomsten leidend, die de hand en de tusschenkomst der Voorzienigheid zigtbaar moeten aantoonen.
Hoewel ook wij gaarne aan die tusschenkomst en zorg of invloed eener hoogere kracht gelooven, zoo hebben wij toch weinig of geen vrede met het denkbeeld, dat de Heer christemeijer ten deze ontwikkelt. Indien men op die wijze het leven van elk individu naspeurde, dan zou men, van den meest aanzienlijke tot den geringste, in ieders loopbaan zulke kleine toevalligheden van 't oogenblik aantreffen, die misschien zich vastknoopen aan meer wigtige gevolgen, maar desniettemin toch niet enkel en alleen aan ééne oorzaak of omstandigheid mogen worden toegeschreven. In deze Verhalen valt het ‘gezochte’ of het ‘alledaagsche’ der vinding te zeer in het oog, dan dat ieder lezer vrede zou hebben met des Heeren christemeijer's meening, of 't hem toe zou geven, dat de fortuin, redding of toekomst der personen, die hij opvoert, geheel afhangen van dat ééne oogenblik, van dat énkele feit, 't welk hij daarvan als oorsprong of oorzaak aangeeft.
Ref. wil met een Auteur, die reeds eene loopbaan van veertig jaren achter zich heeft, over stijl, noch behandeling der stoffen twisten. De Heer christemeijer schrijft in den geest, die reçu