Schat der Gezondheid. Een Tijdschrift voor alle standen, tot bevordering van volkswelvaart, door verspreiding van eenvoudige beginselen van gezondheidsleer en openbare gezondheidsregeling en hunne toepassing op het individuëel en maatschappelijk leven, uitgegeven door Dr. D. Lubach en Dr. L.J. Egeling. Eerste Jaargang. No. I. Te Haarlem, bij C. Zwaardemaker. 1858. In gr. 8vo. 32 bl. f 3-: per Jaargang.
Sedert den tijd dat johannes van beverwijck, onder bovenstaanden, toen echter niet nader omschrevenen, titel het eerste Deel zijner geneeskundige werken in het licht gaf, zijn er bijna twee eeuwen verloopen, en in die lange reeks van jaren heeft naauwelijks eenig deel der geneeskundige wetenschap zulk eene aanmerkelijke verandering en geheele hervorming ondergaan als de zoogenaamde Gezondheidsleer. Gelijk deze vroeger veelal op a prioristische redeneringen en zuiver theoretische gronden gebaseerd werd, zoo heeft men later te regt begrepen, haar slechts als eene empirische, op statistieke en andere feiten gegrondveste wetenschap te moeten beoefenen. Daardoor is zij steeds meer en meer van willekeurige en éénzijdige begrippen gezuiverd geworden, en hebben hare meeste stellingen en voorschriften aanmerkelijk aan zekerheid, of althans aan groote probabiliteit en praktische bruikbaarheid gewonnen. Ook op haar heeft men eene strengere kritiek toegepast, en men werd hiertoe vooral in staat gesteld, eensdeels door eene meer gelouterde physiologische kennis van het menschelijk organisme, anderdeels door de groote, in de natuurkundige wetenschappen gemaakte vorderingen. Zoowel de openbare als de bijzondere gezondheidsleer heeft zich daardoor als eene afzonderlijke wetenschap, als toegepaste natuurstudie, ontwikkeld en van beide heeft men het groote nut, in onzen tijd, meer en meer ingezien. Daar ook wij met die zienswijze volkomen instemmen, begroeten wij het bovenstaande Tijdschrift met welgevallen, en beloven ons daarvan de beste vruchten. Het eerste thans voor ons liggende Nommer bevat, behalve eene Inleiding over het doel en de strekking van het Tijdschrift, eene belangrijke bijdrage van den heer lubach, getiteld: de Gymnastiek in Nederland. Daarin wordt niet alleen het groote nut aangewezen, dat aan kunst-