de dramatische voorstelling is ingeweven, denkbeelden dikwerf zoo frisch, zuiver en eenvoudig, dat wij om deze alleen het nu en dan onwaarschijnlijke van sommige positie's over 't hoofd zouden zien.
Gaarne zou Ref. dus dezen arbeid met een aanprijzend woord eindigen. Waar 't oorspronkelijke hem daartoe vrijheid zou geven, daar verbiedt de vertaling hem dit echter. Nooit kwam Ref. zulk eene slechte overbrenging van eenig uitheemsch product in handen. De Vertaler verstaat blijkbaar zijne moedertaal niet. De domste schooljongen zou 't na eenig genoten onderwijs hem verbeteren. Een paar staaltjes; wij grijpen maar in 't midden van het Eerste Deel; bl. 54: ‘doch daar hij anderen van hem had afhangen stelde ik voor’, enz.
Bl. 54: ‘hij had geen andere troost dan vrouw of kind, die hij beiden tot zotwordens toe lief had.’
Bl. 62: ‘het kleijnen omhulsel der ziel.’
Bl. 101: ‘Toen hij de plek, waar ik zat, naderde, verlangzaamde hij zijn tred een weinig.’
Bl. 101: ‘Ik zag over het verledene terug.’
Bl. 114: ‘Zij beminde intrigue uit haar eigen hoofde.’
Bl. 130: ‘Zij schijnt hem toe zijne eigene ziel te zijn, overgeplant in een teederder ent.’
Bl. 161: ‘Wij gevoelen den donder in de lucht, lang voordat de electrieke wolk op komt dagen. Een onzigtbare voorlooper wijst de nadering ons geheel zenuwstelsel aan.’
Bl. 175: ‘De hemel behoede (voor verhoede) dát!’
En zoo gaat het verder, honderd leemten in de vertaling voor ééne; ook correctie en interpunctie zijn erbarmelijk, jammer voor een boek dat anders vrij goed uitgevoerd is.
o.
l-e.