't Is een zamenraapsel van banaliteiten; een dor en niet altijd trouw geschiedverhaal, zoo partijdig mogelijk in anti-Russischen geest geschreven. Volgens den Schrijver mist de Rus alles: talent, moed, eerlijkheid, goede trouw, gezond verstand, in één woord, 't zijn daemonen in menschelijke gedaante, iedere Griek is een lafaard, luiaard of straatroover; terwijl daarentegen iedere Franschman of Brit het engelenideaal zeer nabij komt, eene hoedanigheid, waartoe ook de Turk, volgens dezen Auteur, veel aanleg heeft.
Iedere merkwaardige eipisode uit den veldtogt wordt beschreven, maar dusdanig, dat wanneer men toevallig den naam der plek, waar eenig voorval plaats greep, vergat, men meenen zou eene repetitie van 't voorgaande te lezen. Bloed, moord, kanonvuur, verraad, halsbrekende pogingen van den romanheld james rodney en zijne beide bedienden, den Ier patrick, en den Turk hassan, die maar immer met een goed gevolg worden bekroond en den eersten telkenmale tot den ‘Deus ex machina’ vormen van ieder gevecht, zijn de verwen, waarmede von riedwald elk tafereel heeft gepenseeld.
Voeg nu hierbij een ‘onmogelijken’ Turk, zoo als ibrahim pacha en diens gezin, eene familie zoo lief als 't huishoudentje van een sentimentelen dorpsdominé uit de dagen van la fontaine, een in ieder opzigt geëmancipeerden Muzelman, wiens dochter de heldin van den roman worden moest, nadat een Russisch meisje, die 't allereerst als zoodanig optrad, à grand orchestre moest verdwijnen, om het sombere karakter, den bloeddorst en de wreedheid van den Pope michailoff, de ‘bête noire’ van den Auteur en den boozen geest van het boek, des te sterker te doen uitkomen.
In menig détail bewijst de Schrijver weinig of niets te kennen van het volkskarakter, de zeden en gewoonten der natiën, waaraan hij zijne figuren ontleent, of op wier gebied hij de handeling doet plaats grijpen. Één uit velen; om slechts bij den hoofdpersoon van het boek, Sir james rodney, te blijven, meer een Bayard der Middeneeuwen, dan een Engelschman van onzen tijd; wie diens verhouding tot zijne bedienden, diens gesprekken met deze nagaat, hij zal een glimlach niet kunnen weêrhouden over dusdanig vergrijp tegen het volkskarakter van den Brit, bij zooveel onwaarschijnlijkheid, dat, ooit onder eenige omstandigheid, zulk eene verhouding mogelijk is.