Handboek voor de Bijenteelt, door W.J.E. Hekmeijer, Veearts der eerste Klasse. Te Zwolle, bij de Erven J.J. Tijl. 1857. In 12mo. 152 bl. f 1-:
Het belang der teelt van de zoo nuttige bijen, die ons honig en was bezorgen, en de overweging, dat bij eene goede behandeling de opbrengst daarvan in ons vaderland meer dan verdubbeld kan worden, hebben den Schrijver doen besluiten, om over dezen tak van nijverheid een handboek te schrijven, ten einde zijne landgenooten in te lichten omtrent de aanmerkelijke verbeteringen, welke daarin in de laatste jaren aangebragt zijn. Hij heeft daarbij het gewijzigde stelsel van dzirzon ten grondslag gelegd, als, volgens zijn oordeel, het beste tot nu toe.
Uitgaande van de zeer juiste onderstelling, dat zonder kennis van de natuurlijke huishouding der bijen een goed gelukken der bijenteelt niet wel mogelijk is, behandelt de Schrijver, in de eerste afdeeling van zijn werkje, de bijen in de vrije natuur. Hij geeft hier eene natuurkundige beschrijving der bijen, met vermelding van vele anatomische en physiologische bijzonderheden, waarna wij vernemen, hoe reeds Egyptenaren, Grieken en Romeinen aan die dieren hunne aandacht gewijd hebben, en hoe vooral onze landgenoot swammerdam de kennis daarvan heeft uitgebreid. - Daar de bijen, als gezellige dieren, niet alleen, maar in koloniën wonen, zoo wordt teregt deze natuurlijke leefwijze, wier kennis voor den bijenhouder van zooveel belang is, afzonderlijk beschreven, onder vermelding van den aard der producten, welke de bij oplevert.
In de tweede afdeeling worden de vereischten voor de bijenteelt besproken. Die vereischten zijn van verschillenden aard en liggen gedeeltelijk bij den bijenhouder, gedeeltelijk in de werktuigen, waarmede hij zijn bedrijf moet uitoefenen. Ten opzigte van het gedrag van den bijenhouder worden nu vele nuttige wenken gegeven, maar vooral met betrekking tot de werktuigen treedt de Schrijver in eene uitvoerige beschouwing. Hier kan degene, welke zich op de bijenteelt wil toeleggen, een aanzienlijken voorraad van opmerkingen vinden. Het zij hier genoeg te vermelden, dat afzonderlijk besproken worden: de bijenstal of schuur, in al zijne onderdeelen en