Verregaande mishandeling, ontlooping, opname bij een spelletroep, en eindelijk voorbereiding tot eene betere toekomst, maar ook tot nieuw leed, onder de vaderlijke zorgen van een liefderijk weldoener; deze behoort tot de klasse x, die gemakkelijk neêr te schrijven, maar niet ligt in de werkelijkheid te vinden is. Maar een dwaas, die daar naar vraagt: hebben wij niet al wat wij eischen kunnen aan boeijende en piquante tooneelen, aan afwisseling en levendigheid? Schelmen en engelen, laag en hoog gezeten, mogen wij aanschouwen; angsten des doods en blijde verrassingen worden ons geschonken; in adellijke kasteelen en in kermistenten, in de huizen der voornamen, en in de schuilhoeken van armoede en ondeugd worden wij binnengeleid; gelegenheid tot lagchen en tot weenen zullen wij vinden, als wij meer teêr- dan fijngevoelig zijn.
Daarbij, de Engelschman onthaalt ons niet op de onzedelijkheden in den zin, zoo als de Franschen ze zoo gaarne uitwerken; en het spreekt van zelf, dat wij menige niet onbelangrijke bijzonderheid van hem kunnen leeren aangaande de Engelsche toestanden en Engelsch leven. Zelfs zijn enkele nevenpersoontjes en tooneeltjes, als b.v. dick's aangenomen moeder, de doodgraver, de broeder van pet, en de tehuiskomst van george niet onaardig geschetst.
Hiermede echter moet men tevreden zijn. Want over het algemeen hebben de karakterschilderingen geene groote waarde. Het menschdom wordt geklassificeerd naar de oppervlakkige verdeeling in slechten, waar geen goed haar, en reinen, waar geen zwarte vlek aan is, terwijl het juist de groote kunst is, om te doen zien, hoe in elk karakter het goede met het kwade worstelt, en beiden in elkander verwerkt zijn.
De Vertaler heeft zijn werk gedaan, als een luije dienstknecht, volgens het systeem: ‘het kan zoo wel’. - ‘Aan stok krijgen’, ‘alleen-meid’, ‘wezen halen, zien’, ‘een fronsel’, ‘voorspiegelde mij’, en vele dergelijke manke woorden en manke zinnen, moet hij toch zien te vermijden, als hij zijne belofte nakomt en ons ook het vervolg van dit plotseling afgebroken verhaal mededeelt.
Hiernaar zal het romanlezend publiek (geen klein gezelschap) wel reikhalzend uitzien, en, als het zoo ver is, hopen wij trouwhartig die blijde mare te verkondigen.
d-d.