vesting te verdedigen heeft; maar de ondervinding, die hij opdoet uit het lezen der belegeringen en verdedigingen, waaraan vooral de vroegere militaire geschiedenis zoo overmatig rijk is.
Zulke ondervinding nu heeft de Heer von kamptz opgedaan, en het was zijn streven met dit boekje, om ook anderen daarvan partij te laten trekken. Hiertoe deelt hij een rijken schat van voorbeelden van verrassingen en aanslagen mede, die op zich zelven reeds leering genoeg behelzen, maar in geleidelijk overzigt geordend worden, en tot algemeene regelen teruggebragt. De bronnen, waaruit geput is, en die nog al vele zijn, worden behoorlijk opgegeven, wat de gelegenheid tot nader onderzoek openlaat. Zoo ver wij na konden gaan, zijn de feiten, die natuurlijk toch meestal summarisch worden medegedeeld, naar waarheid en juist voorgesteld. Toch moet men erkennen, dat menig voorbeeld zoo geheel ter loops wordt aangehaald, zonder vermelding der nadere bijzonderheden, dat er niet veel uit te leeren valt.
Het is een boekje, wat weinig pretensies maakt, en zoo mogen wij het niet ten kwade duiden, dat er wel het een en ander in staat, wat ieder man, en zeker de minste officier weten moet, zoo hij geen ezel wil zijn. Doch de meest bekende waarheid mag somtijds nog wel in het geheugen worden geroepen. Hoe moeijelijk het echter is, om eene soort van theorie der verschillende verdedigingswijzen op te stellen, blijkt vooral uit het laatste Hoofdstuk, over de verdediging tegen eenen in de vesting gedrongen vijand uit de afzonderlijke huizen. Hoe zelden komt dat voor, en hoe moorddadig wordt zulk een strijd! Bovendien dan moet het garnizoen al vrij sterk zijn en de burgerij het insgelijks van harte meenen. Behalve het aangehaalde voorbeeld van Saragossa was het ook in Brussel in 1830 het geval. Maar anders zou het meest te pas komen bij straat-oproer; en daarvoor regelen te geven zal het doel toch wel niet zijn. Overigens hadde het boekje in behagelijkheid gewonnen, ware het niet veelal in den stroeven vorm van een leerboek gevallen. Doch dit neemt niet weg, dat de Heer pel ons met een werkje begiftigd heeft, wat voor den officier zoowel als den gewonen soldaat zijn nut kan hebben. Of het op een wijderen kring rekenen mag, weten wij niet.