weinig meer dan bij name bekend is. Toegewijd aan de verspreiding van alles, wat het zeewezen, de zeevaartkunde betreft, is het de belangstelling van iederen Reeder, Scheepsbouwmeester en Gezagvoerder overwaardig, wijl het hem de gelegenheid aanbiedt kennis te nemen van hetgeen in den vreemde en ook op eigen bodem beproefd en ondernomen wordt, om de belangen der zeevaart te bevorderen. Immers de laatste jaren hebben voldingend bewezen, dat op dit terrein ook nog veel kan gedaan worden om de scheepvaart meer en meer aan de eischen van onzen tijd, welke zijn: een veilige, spoedige en goedkoope overtogt, te doen beantwoorden. De tegenwoordige resultaten zijn verkregen door onvermoeide zamenwerking van velen, en laakbaar is het in hem, die, gehecht aan het oude, niet alleen ongeneigd is om het verkregene in toepassing te brengen en door nieuwe waarnemingen te staven of wel uit te breiden, maar zelfs nalaat er zich mede bekend te maken. Dit moest zoo niet wezen in een land waar zoo vele duizenden een direct belang bij den bloei der zeevaart hebben.
Wij willen gaarne toegeven, dat het den Reeder, en vooral zijnen deelhebbers, in lang niet onverschillig is, of zijne schepen lange of korte reizen maken, in vergelijking van andere schepen, alsmede dat na eene lange, onvoorspoedige reis den kapitein eene min gunstige ontvangst wacht; doch aan een bepaald onderzoek naar de gegrondheid van de opgegeven oorzaken, meenen wij te mogen twijfelen. Liggen die oorzaken buiten het bereik van den gezagvoerder, bij voorbeeld in den bouw van het schip, of in wind en weêr, zoo is het niet aan hem te wijten, maar wijst zijn journaal uit, dat hij zijn koers genomen heeft door die streken, waar de wetenschap voor dien tijd stilte of tegenwind aanteekent, dan moet de langere duur van zijne reizen aan onkunde of gehechtheid aan ouden sleur toegeschreven worden; en een zoodanige werkt niet in het belang der reederij. Zal de tijd komen, dat hierover wordt nagedacht, dan is bekendheid met hetgene er op dit gebied gebeurt, een eerste vereischte; en om daartoe te geraken, biedt het aangekondigde tijdschrift eene goede gelegenheid aan.
Met het begin dezes jaars is eene nieuwe volgreeks in het licht verschenen. - De inhoud van dit eerste nommer overtuigt ons van de zucht des ijverigen Redacteurs en zijne mede-